100-car naturalistic driving study levert schat aan data op

Camera-registratie maakt het bijvoorbeeld mogelijk aanrijdingen met dieren te analyseren.
Camera-registratie maakt het bijvoorbeeld mogelijk aanrijdingen met dieren te analyseren.
Camera-registratie maakt het bijvoorbeeld mogelijk aanrijdingen met dieren te analyseren.

Een Oostenrijkse studie waarbij het rijgedrag van automobilisten bijna een jaar lang met videocamera’s werd vastgelegd, levert een schat aan data op.

Tot nu toe vindt onderzoek naar het rijgedrag van verkeersdeelnemers vaak plaats onder laboratoriumomstandigheden, al dan niet met behulp van rijsimulatoren. De resultaten laten altijd ruimte voor twijfel open, omdat de omstandigheden de werkelijkheid maar ten dele benaderen.

De betrekkelijk nieuwe trend vormen dan ook zogenaamde naturalistic driving studies waarbij het rijgedrag in de praktijk van alle dag wordt gemonitord. Naarmate de technische mogelijkheden toenemen, leveren dergelijke studies steeds meer nuttige data op.

Een jaar of tien geleden werd voor het eerst een ‘100-car naturalistic driving study’ gedaan in Amerika door het Virginia Tech Transportation Institute. Zo’n 100 auto’s werden voorzien van camera’s en andere apparatuur en bestuurders werden daarmee meer dan een jaar lang continu gevolgd. De data leverde een schat aan informatie op over factoren die een rol spelen bij ongevallen, zoals het gedrag van de bestuurder, de rijsnelheid, reactietijd, de omgeving, enzovoort. Tot op de dag van vandaag worden de gegevens gebruikt voor onderzoek. Recent nog richtte een studie zich bijvoorbeeld op basis van deze data specifiek op het inhaalgedrag van automobilisten.

Van recentere datum is de ‘100-car naturalistic driving study’ die in Oostenrijk is gedaan door het Kuratorium für Verkehrssicherheit. Voor de studie werden weer 100 auto’s voorzien  van camera’s en sensoren. Twee camera’s registreerden het rijgedrag. Eén keek vooruit en één naar de bestuurder. Verder werden de locatie, de snelheid en de bewegingen van het voertuig vastgelegd.

De bestuurders reden er 11 maanden mee rond (en ontvingen 1000 euro voor de moeite). Dat leverde in totaal 28 terabyte aan data op. Daarvan is nu een deel geanalyseerd met betrekking tot het reisgedrag, gebruik van de autogordel, rijsnelheid en aanrijdingen en bijna-aanrijdingen.

Gemiddeld maakten de deelnemers 2,5 trip per dag met een gemiddelde tripafstand van 22 km en een gemiddelde reisduur van 24 minuten. Opvallend is dat ze zelf dachten dat ze veel meer reden. Gevraagd om hun eigen reistijd te schatten, kwamen ze ongeveer 60 procent hoger uit dan in werkelijkheid werd gereden. Ten aanzien van het gordelgebruik bleek dat 90 procent van de bestuurders minimaal in 80 procent van de gevallen de gordel omdoet. Dat percentage ligt hoger bij bestuurders die ooit al eens een ongeval hadden meegemaakt.

Een analyse van het snelheidsgedrag laat zien dat driekwart van de bestuurders de snelheid overschrijdt in 30 km/uur gebieden. Hoe jonger de bestuurder, hoe groter de snelheidsoverschrijding. En mannen overschrijden vaker de maximumsnelheid dan vrouwen. Maar hoe hoger de limiet, hoe lager het percentage overtreders.

Te verwachten is dat dergelijke studies in de toekomst ook gebruik gaan maken van de informatie die bij moderne auto’s is uit te lezen via de zogenaamde CAN-BUS. Die kan bijvoorbeeld informatie leveren over het gebruik van de radio, telefoon en navigatieapparatuur. Maar ook over de snelheid, stand van het gaspedaal, brandstofverbruik, airbags, ESP, ABS, lichten, deursloten, enzovoort.

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.