Diepteonderzoek naar fietsongevallen

fietsongeval2De SWOV is gestart met een diepteonderzoek naar fietsongevallen. Het onderzoekinstituut verzamelt gedetailleerde informatie over de omstandigheden waarin deze fietsongevallen met 50-plussers hebben plaatsgevonden.

In het bijzonder richt de SWOV zich op de fietsongevallen waarbij een 50-plusser van zijn of haar fiets is gevallen, als fietser tegen een obstakel is gebotst, of als fietser met een voetganger, een andere fietser, een snorfietser of een bromfietser in botsing is gekomen.

Als er een dergelijk ongeval is gebeurd, krijgt de  SWOV daarover een melding van de politie of ambulancedienst. Een onderzoeksteam neemt vervolgens contact op met de personen die bij het ongeval betrokken waren, inspecteert de schade aan de voertuigen en bekijkt de locatie van het ongeval.

Het onderzoeksteam bestaat uit psychologen, ingenieurs en voertuigspecialisten. Om meer te weten te komen over de periode voorafgaand aan het ongeval, nemen de psychologen van het team contact op met de bestuurders van de betrokken voertuigen. Ook het voertuig van de betrokken persoon worden bekeken. Zo snel mogelijk na het ongeval maakt het team foto’s van de wegomgeving, video’s van de aanrijroutes van de betrokken voertuigen en registreert het team de kenmerken van de weg en de directe omgeving. Verder vraagt het team vraagt de slachtoffers van het ongeval toestemming om de medische gegevens op te vragen bij het ziekenhuis waar zij zijn behandeld.

Per ongeval maakt het team een beschrijving van het ongevalsproces: hoe is het ongeval ontstaan en welke factoren hebben daar vermoedelijk een rol bij gespeeld? Dat moet leiden tot kennis waarmee vergelijkbare ongevallen in de toekomst kunnen worden voorkomen.

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.