Opnieuw vertraging voor frequentieverhoging Zuid-Hollandse spoorlijnen

Sprinter, centraal station, Leiden, trein, NS

De provincie Zuid-Holland verwacht dat de frequentieverhoging van het aantal treinen tussen Gouda en Alphen aan de Rijn en Leiden en Utrecht opnieuw vertraging oploopt. Daarom dient staatssecretaris Sharon Dijksma van Infrastructuur en Milieu in te grijpen en met NS, ProRail en de provincie Zuid-Holland goede afspraken over de frequentieverhoging op deze trajecten te maken. Hiertoe roept Tweede Kamerlid Eppo Bruins van de ChristenUnie de staatssecretaris op.

Bruins reageert op een brief die de Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland deze week stuurden, waarin ze aankondigden dat het project Spoorcorridors Gouda-Alphen aan de Rijn en Leiden-Utrecht opnieuw vertraging oploopt. Voor de ChristenUnie is de maat echter vol. De politieke partij wil dat Dijksma verdere vertraging voorkomt en dat de beloofde frequentieverhoging tussen Leiden, Alphen aan de Rijn en Utrecht uiterlijk in december 2020 wordt ingevoerd.

Frequentieverhoging Leiden-Utrecht

In 2012 uitte de provincie Zuid-Holland het voornemen om meer treinen per uur te gaan laten rijden tussen Utrecht, Alphen aan de Rijn en Leiden. Hiervoor moet de snelheid op het spoor omhoog, zodat treinen elkaar op het grotendeels enkelsporige traject kunnen passeren op de stations. Ook zouden er verschillende nieuwe stations gebouwd worden en er zou een hoogwaardig busnetwerk komen. Destijds was het de planning dat er in 2018 al extra treinen zouden gaan rijden, maar al snel bleek dat dit niet mogelijk was. In de nieuwe planning werd voorspeld dat het aantal treinen op dit traject vanaf 2020 zou verdubbelen. Nu blijkt uit de brief van de provincie Zuid-Holland dat die datum waarschijnlijk ook niet gehaald wordt.

‘NS hebben laten weten dat zij, omdat zij gebonden zijn aan de concessie met IenM, geen ruimte zien om de nieuwe dienstregeling tussen Leiden en Utrecht met de gewenste kwaliteitsverbetering in te passen, dan wel te kunnen garanderen.’ Bruins wil van de staatssecretaris weten of dit komt omdat de plannen voor het Randstadspoor Woerden-Geldermalsen ervoor zorgen dat er geen twee intercity’s en twee sprinters tussen Leiden en Utrecht in te passen zijn op station Utrecht.

De provincie zegt nog in gesprek te zijn met het ministerie van Infrastructuur en Milieu om eventueel toch tot een goede verbinding te komen, maar de ChristenUnie heeft genoeg van de discussies over de frequentieverdubbeling. Daarom heeft de partij Kamervragen gesteld aan de staatssecretaris zodat zij verdere vertraging voorkomt. “Ondanks jarenlange studies blijken de extra niet robuust in te passen in de dienstregeling en daarom dreigt opnieuw uitstel”, aldus Bruins. “Station Utrecht wordt voor miljoenen euro’s gebouwd, maar nu blijkt uitgerekend op dit station een knelpunt te ontstaan. Hoe is dat mogelijk?”

Spoorcorridor Alphen aan de Rijn-Gouda

Ook het traject tussen Alphen aan de Rijn en Gouda zal volgens de provincie Zuid-Holland vertraging oplopen. De provincie wil dat er tussen Alphen aan de Rijn – Gouda vier treinen per uur gaan rijden en er worden twee extra stations gebouwd, namelijk Boskoop Snijdelwijk en Waddinxveen-Zuid. Die frequentieverhoging zou eigenlijk al aan het einde van dit jaar gerealiseerd moeten worden. ‘De maatregelen die nodig zijn voor detectie van het materieel en seinbeveiliging op het spoor zijn complexer dan eerder voorzien en ProRail verwacht daarom dat hierdoor een vertraging van de frequentieverhoging en de realisatie van stations kan ontstaan van minimaal een half jaar’, staat te lezen in de brief.

De provincie zegt zelf de wens te hebben om met alle betrokken partijen te werken aan goede oplossingen, die ‘gekoppeld moeten worden aan een realistische planning, die uiteindelijke doelstellingen en afspraken uit de bestuursovereenkomsten niet onmogelijk maken’. De ChristenUnie ziet echter liever dat de staatssecretaris zorgt dat de huidige planning tot uitvoering gebracht wordt, zelfs als dit betekent dat er extra geld op tafel gelegd moet worden.

Kamervragen

1. Kent u de brief van Gedeputeerde Staten Zuid-Holland over de Voortgang Spoorcorridors Alphen aan den Rijn – Gouda en Leiden–Utrecht?
2. Klopt het dat NS heeft laten weten dat zij, omdat zij gebonden zijn aan de hoofdrailnetconcessie, op dit moment geen ruimte zien om de nieuwe dienstregeling tussen Leiden en Utrecht met de gewenste kwaliteitsverbetering in te passen dan wel te kunnen garanderen? Kunt u aangeven welke eisen uit de hoofdrailnetconcessie dit verhinderen?
3. Klopt het dat de realisatiedatum van de RijnGouweLijn gepland was voor eind 2015, dat na het schrappen van dit project als nieuwe realisatiedatum voor de opwaardering van de spoorlijn Leiden-Alphen aan den Rijn-Utrecht december 2018 is afgesproken? Klopt het dat dit project vervolgens is uitgesteld tot december 2020 en er nu weer een nieuwe vertraging is in het project?
4. Hoe heeft u op deze vertragingen geïntervenieerd? Kunt u uitleggen waarom realisatie zo lang moet duren terwijl al jaren over dit project wordt gesproken en het om relatief kleine aanpassingen van het spoor gaat zoals snellere wissels en verhoging van de baanvaksnelheid?
5. Klopt het dat de nieuwe vertraging dreigt te ontstaan omdat NS geen bedieningsgarantie wil afgeven voor de stations Hazerswoude-Koudekerk en Zoeterwoude-Meerburg omdat de dienstregeling van 2 intercities + 2 sprinters Leiden-Utrecht niet toekomstvast inpasbaar blijkt te zijn op station Utrecht in combinatie met de plannen voor Randstadspoor Woerden-Geldermalsen?
6. Kunt u dit verklaren aangezien station Utrecht net voor miljoenen euro wordt verbouwd mede met het oog op de invoering van PHS, Randstadspoor en de frequentieverhoging Leiden-Utrecht? Heeft ProRail voor dit knelpunt inmiddels een overbelastverklaring afgegeven? Zo nee, waarom niet?
7. Klopt het dat de gewenste frequentieverhoging Leiden-Utrecht met de huidige en geplande infrastructuur alleen realiseerbaar is met een lange onaantrekkelijke stop voor de sprinter op de route of door een deel van de geplande frequentieverhoging van Randstadspoor niet door te laten gaan?
8. Deelt u de mening dat de reiziger tussen Leiden en Utrecht nu snel een beter OV-product verdient, dat verder uitstel van de frequentieverhoging op deze lijn onacceptabel is en dat ook de afgesproken frequentieverhoging van Randstadspoor tussen Woerden en Geldermalsen doorgang moeten vinden?
9. Bent u daarom bereid met ProRail en NS afspraken te maken om alsnog realisatie van de beide frequentieverhogingen en opening van de nieuwe stations in december 2020 te halen zoals afgesproken met de regionale overheden? Bent u bereid zo nodig hiervoor extra budget beschikbaar te stellen?
10. Klopt het dat de frequentieverhoging Alphen aan den Rijn-Gouda met een half jaar is vertraagd doordat er extra maatregelen nodig zijn voor detectie van het materieel en seinbeveiliging? Kunt u dit verklaren gezien het feit dat deze lijn in verband met de lightrailproef enige jaren geleden al voorzien is van detectie middels assentellers, er toen enige tijd al treinen met een hogere frequentie hebben gereden in de spits (ook met lichter materieel) en het materieel dat NS nu wil gaan inzetten ook elders op het spoorwegnet rijdt?

Auteur: Inge Jacobs

1 reactie op “Opnieuw vertraging voor frequentieverhoging Zuid-Hollandse spoorlijnen”

Auke Wiersma|15.03.16|23:27

De verbouwing van Utrecht C zal mogelijk knelpunten oplossen maar zeker ook nieuwe introduceren. Wisselsanering gaat ten koste van flexibiliteit.
Voorbeeld: noodzaak sprinterdiensten te combineren,ook waar dit niet logisch lijkt (weinig doorgaande reizigers).Gevolg minder robuustheid dienstregeling,voorbeeld: vertraging sprinter Tiel-Ut leidt tot vertraging sprinter Ut-Den Haag.
En omgekeerd geen doorgaande diensten waar juist wel behoefte aan is. Voorbeeld: IC Den Haag/R’dam-Arnhem-Nijmegen