Maaike Snelder mobiliteitshubs
Interview

‘Samenwerking is cruciaal om mobiliteitspuzzel compleet te krijgen’

Onderzoeker Maaike Snelder. Frank Auperlé, 2022

Hoe weet je als gemeente eigenlijk zeker of die geplande mobiliteitshub aan de rand van de stad gebruikt gaat worden? Of wat die onbemande shuttle gaat bijdragen aan het verlagen van het aantal verplaatsingen in een gebied? Dit zijn vragen waar Maaike Snelder zich mee bezig houdt. Als associate professor op de afdeling Transport and Planning van de TU Delft ontwikkelt ze modellen die helpen de ‘mobiliteitspuzzel’ compleet te maken.

Steden bereikbaar én leefbaar houden, dat is best een lastige puzzel. Een mobiliteitspuzzel, zoals Maaike Snelder het noemt. Als afgestudeerd econometrist en onderzoeker op het gebied van het ontwerpen van mobiltieitssystemen kijkt Snelder naar het totale plaatje. Ze doet dit op plekken waar zich dagelijks meer dan een miljoen mensen verplaatsen, zoals de metropoolregio Rotterdam en Den Haag (MRDH) en Amsterdam.

Bereikbaarheid versus leefbaarheid

Voor een goed werkend mobiliteitssysteem is volgens Snelder niet alleen een mix nodig van verschillende vormen van vervoer op de juiste plekken, maar ook het combineren van perspectieven en thema’s. “Zowel onderzoekers als beleidsmakers zijn gewend te kijken naar één bepaald thema”, legt Snelder uit. “Bijvoorbeeld de effecten op luchtkwaliteit, de bereikbaarheid of de leefbaarheid. Maar het combineren van al die thema’s is nodig om tot een goed werkend systeem te komen. Het belang en de noodzaak van zo’n integrale aanpak wordt steeds meer onderkend. Je kan niet meer eenzijdig naar de problemen kijken; alle betrokkenen moeten hiervoor samenkomen.”

Zo weet Snelder dat een mobiliteitshub niet uit zichzelf gaat werken. “Je creëert in feite een extra overstap voor reizigers. Daarom is er aanvullend beleid nodig, zoals parkeerbeleid of beleid om autobezit te beperken, om echt de doelen te behalen. Zolang je nog rechtstreeks met je auto door kan rijden naar je bestemming, dan blijf je dat doen. Dit heeft misschien voordelen voor de bereikbaarheid, maar niet voor de leefbaarheid. Maatregelen als autoluwe gebieden en hogere parkeertarieven moeten eraan bijdragen dat mensen andere keuzes gaan maken.”

Dit blijkt ook uit analyses die gedaan zijn van bestaande mobiliteitshubs, weet de onderzoeker. “Een integrale aanpak vraagt erom naar het eindplaatje kijken en vanaf daar te onderzoeken hoe je daar gaat komen. In plaats van gewoon beginnen en zien wat er gebeurt.”

Ook zou er volgens Snelder meer aandacht moeten zijn voor de impact van mobiliteitsoplossingen. “Dat is er wat mij betreft nog te weinig. Dat gemeenten echt willen weten: ‘waarom doen we dit eigenlijk?’ Je ziet bijvoorbeeld dat bij veel onbemande shuttles de nadruk nog ligt op de technische haalbaarheid. Terwijl het in mijn beleving ook heel erg van belang is waarom die shuttle moet rijden. Wat draagt het bij en welke mensen gaan ervan gebruik maken?”

Maaike Snelder mobiliteitshubs
“Om een mobiliteitshub te laten werken, is aanvullend beleid nodig”, aldus Maaike Snelder.

SUMMAlab

Om gemeenten te helpen de juiste vragen en doelen op te stellen met betrekking tot hun mobiliteitssysteem, richtte Snelder in 2019 samen met twee collega’s SUMMAlab op. Een ‘meta living lab’ met een wetenschappelijk en een praktijkgedeelte. Het doel is om aan de hand van pilots en andere initiatieven kennis te vergaren en de ontwikkeling naar beter bereikbare en leefbare steden te versnellen. Behalve kennisinstellingen, zoals TU Delft, CROW en TNO, zijn hier de vier steden uit de metropoolregio’s MRA (Amsterdam) en MRDH (Rotterdam, Delft en Den Haag) en een aantal partners op het gebied van smart mobility bij betrokken. “De combinatie van kennispartners en overheden maakt het een uniek initiatief”, vertelt Snelder.

Het proces dat gemeenten samen met SUMMAlab doorlopen bestaat uit drie fasen: het opstellen van de juiste leervragen en montioringsplan, het inzetten van tools om de pilots zo goed mogelijk op te kunnen zetten en het ophalen van de geleerde lessen. “De verkeers- en milieueffectentool brengt in kaart hoe mensen zich verplaatsen en wat de gevolgen daarvan zijn voor de CO2-uitstoot”, begint Snelder. “De businessmodeltool laat onder andere zien welke stakeholders betrokken moeten worden en wat de kosten en baten zijn. Om een pilot te kunnen omzetten naar een oplossing die voor de hele stad bruikbaar is, is de opschalingstool een geschikt middel. Het sociale aspect wordt bekeken met behulp van de sociale inclusie tool. Hiermee zorg je ervoor dat oplossingen een zo groot mogelijke doelgroep bedienen en niet alleen zakelijke reizigers met veel geld”. Tot slot is er de technische monitoringstool, waarmee advies gegeven kan worden over sensoren voor automatische voertuigen en sensoren voor monitoring.

Maaike Snelder mobiliteitshub
Met SUMMAlab wil Snelder gemeenten helpen bij het stellen van de juiste vragen en doelen met betrekking tot hun mobiliteitssysteem.

‘Het wiel opnieuw uitvinden’

Daarnaast is het delen van kennis een belangrijk doel, zodat ‘niet in elke gemeente het wiel opnieuw uitgevonden hoeft te worden’. “Er wordt geëxperimenteerd met deelscooters of deelhubs, maar vervolgens wordt er beperkt geëvalueerd en worden de geleerde lessen niet gedeeld. Daardoor weet je alsnog niet goed of iets werkt”, legt Snelder uit.

Nu er steeds meer hubs gerealiseerd worden, ziet de onderzoeker tot haar tevredenheid dat steeds meer gemeenten bij elkaar afkijken. Als voorbeeld noemt ze de gemeente Amsterdam, waar inmiddels een heel netwerk van mobiliteitshubs gerealiseerd is. “Daar zijn mede dankzij SUMMAlab veel leuke lessen uit getrokken, over wat wel werkt en wat niet. Van het plaatsen van borden tot het bepalen van prijzen. Die informatie wordt actief uitgewisseld en die lessen zijn ook relevant voor bijvoorbeeld de gemeenten Delft of Den Haag.”

Wat Snelder betreft biedt de grootschalige woningbouw van de komende jaren een schat aan kansen. “Door nieuwbouwwijken met een lagere parkeernorm en meer aanbod in deelmobiliteit te ontwikkelen, stimuleer je bewoners vanaf het eerste moment over hun manier van verplaatsen na te denken. Een bestaande situatie veranderen is veel moeilijker.

Lees ook: 

Auteur: Marloes Kanselaar

Marloes Kanselaar is vaste redacteur voor VerkeersNet en werkt nauw samen met de redacteuren van OVPro.nl en TaxiPro.nl. Na een studie Journalistiek werkte ze voor het AD/Rotterdams Dagblad en deed ze commerciële schrijfervaring op bij webwinkel Coolblue. Een Rotterdamse in hart en nieren, die de lezer van VerkeersNet graag op de hoogte houdt van alle ontwikkelingen in de verkeers-en mobiliteitswereld.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

'Samenwerking is cruciaal om mobiliteitspuzzel compleet te krijgen' - VerkeersNet
Maaike Snelder mobiliteitshubs
Interview

‘Samenwerking is cruciaal om mobiliteitspuzzel compleet te krijgen’

Onderzoeker Maaike Snelder. Frank Auperlé, 2022

Hoe weet je als gemeente eigenlijk zeker of die geplande mobiliteitshub aan de rand van de stad gebruikt gaat worden? Of wat die onbemande shuttle gaat bijdragen aan het verlagen van het aantal verplaatsingen in een gebied? Dit zijn vragen waar Maaike Snelder zich mee bezig houdt. Als associate professor op de afdeling Transport and Planning van de TU Delft ontwikkelt ze modellen die helpen de ‘mobiliteitspuzzel’ compleet te maken.

Steden bereikbaar én leefbaar houden, dat is best een lastige puzzel. Een mobiliteitspuzzel, zoals Maaike Snelder het noemt. Als afgestudeerd econometrist en onderzoeker op het gebied van het ontwerpen van mobiltieitssystemen kijkt Snelder naar het totale plaatje. Ze doet dit op plekken waar zich dagelijks meer dan een miljoen mensen verplaatsen, zoals de metropoolregio Rotterdam en Den Haag (MRDH) en Amsterdam.

Bereikbaarheid versus leefbaarheid

Voor een goed werkend mobiliteitssysteem is volgens Snelder niet alleen een mix nodig van verschillende vormen van vervoer op de juiste plekken, maar ook het combineren van perspectieven en thema’s. “Zowel onderzoekers als beleidsmakers zijn gewend te kijken naar één bepaald thema”, legt Snelder uit. “Bijvoorbeeld de effecten op luchtkwaliteit, de bereikbaarheid of de leefbaarheid. Maar het combineren van al die thema’s is nodig om tot een goed werkend systeem te komen. Het belang en de noodzaak van zo’n integrale aanpak wordt steeds meer onderkend. Je kan niet meer eenzijdig naar de problemen kijken; alle betrokkenen moeten hiervoor samenkomen.”

Zo weet Snelder dat een mobiliteitshub niet uit zichzelf gaat werken. “Je creëert in feite een extra overstap voor reizigers. Daarom is er aanvullend beleid nodig, zoals parkeerbeleid of beleid om autobezit te beperken, om echt de doelen te behalen. Zolang je nog rechtstreeks met je auto door kan rijden naar je bestemming, dan blijf je dat doen. Dit heeft misschien voordelen voor de bereikbaarheid, maar niet voor de leefbaarheid. Maatregelen als autoluwe gebieden en hogere parkeertarieven moeten eraan bijdragen dat mensen andere keuzes gaan maken.”

Dit blijkt ook uit analyses die gedaan zijn van bestaande mobiliteitshubs, weet de onderzoeker. “Een integrale aanpak vraagt erom naar het eindplaatje kijken en vanaf daar te onderzoeken hoe je daar gaat komen. In plaats van gewoon beginnen en zien wat er gebeurt.”

Ook zou er volgens Snelder meer aandacht moeten zijn voor de impact van mobiliteitsoplossingen. “Dat is er wat mij betreft nog te weinig. Dat gemeenten echt willen weten: ‘waarom doen we dit eigenlijk?’ Je ziet bijvoorbeeld dat bij veel onbemande shuttles de nadruk nog ligt op de technische haalbaarheid. Terwijl het in mijn beleving ook heel erg van belang is waarom die shuttle moet rijden. Wat draagt het bij en welke mensen gaan ervan gebruik maken?”

Maaike Snelder mobiliteitshubs
“Om een mobiliteitshub te laten werken, is aanvullend beleid nodig”, aldus Maaike Snelder.

SUMMAlab

Om gemeenten te helpen de juiste vragen en doelen op te stellen met betrekking tot hun mobiliteitssysteem, richtte Snelder in 2019 samen met twee collega’s SUMMAlab op. Een ‘meta living lab’ met een wetenschappelijk en een praktijkgedeelte. Het doel is om aan de hand van pilots en andere initiatieven kennis te vergaren en de ontwikkeling naar beter bereikbare en leefbare steden te versnellen. Behalve kennisinstellingen, zoals TU Delft, CROW en TNO, zijn hier de vier steden uit de metropoolregio’s MRA (Amsterdam) en MRDH (Rotterdam, Delft en Den Haag) en een aantal partners op het gebied van smart mobility bij betrokken. “De combinatie van kennispartners en overheden maakt het een uniek initiatief”, vertelt Snelder.

Het proces dat gemeenten samen met SUMMAlab doorlopen bestaat uit drie fasen: het opstellen van de juiste leervragen en montioringsplan, het inzetten van tools om de pilots zo goed mogelijk op te kunnen zetten en het ophalen van de geleerde lessen. “De verkeers- en milieueffectentool brengt in kaart hoe mensen zich verplaatsen en wat de gevolgen daarvan zijn voor de CO2-uitstoot”, begint Snelder. “De businessmodeltool laat onder andere zien welke stakeholders betrokken moeten worden en wat de kosten en baten zijn. Om een pilot te kunnen omzetten naar een oplossing die voor de hele stad bruikbaar is, is de opschalingstool een geschikt middel. Het sociale aspect wordt bekeken met behulp van de sociale inclusie tool. Hiermee zorg je ervoor dat oplossingen een zo groot mogelijke doelgroep bedienen en niet alleen zakelijke reizigers met veel geld”. Tot slot is er de technische monitoringstool, waarmee advies gegeven kan worden over sensoren voor automatische voertuigen en sensoren voor monitoring.

Maaike Snelder mobiliteitshub
Met SUMMAlab wil Snelder gemeenten helpen bij het stellen van de juiste vragen en doelen met betrekking tot hun mobiliteitssysteem.

‘Het wiel opnieuw uitvinden’

Daarnaast is het delen van kennis een belangrijk doel, zodat ‘niet in elke gemeente het wiel opnieuw uitgevonden hoeft te worden’. “Er wordt geëxperimenteerd met deelscooters of deelhubs, maar vervolgens wordt er beperkt geëvalueerd en worden de geleerde lessen niet gedeeld. Daardoor weet je alsnog niet goed of iets werkt”, legt Snelder uit.

Nu er steeds meer hubs gerealiseerd worden, ziet de onderzoeker tot haar tevredenheid dat steeds meer gemeenten bij elkaar afkijken. Als voorbeeld noemt ze de gemeente Amsterdam, waar inmiddels een heel netwerk van mobiliteitshubs gerealiseerd is. “Daar zijn mede dankzij SUMMAlab veel leuke lessen uit getrokken, over wat wel werkt en wat niet. Van het plaatsen van borden tot het bepalen van prijzen. Die informatie wordt actief uitgewisseld en die lessen zijn ook relevant voor bijvoorbeeld de gemeenten Delft of Den Haag.”

Wat Snelder betreft biedt de grootschalige woningbouw van de komende jaren een schat aan kansen. “Door nieuwbouwwijken met een lagere parkeernorm en meer aanbod in deelmobiliteit te ontwikkelen, stimuleer je bewoners vanaf het eerste moment over hun manier van verplaatsen na te denken. Een bestaande situatie veranderen is veel moeilijker.

Lees ook: 

Auteur: Marloes Kanselaar

Marloes Kanselaar is vaste redacteur voor VerkeersNet en werkt nauw samen met de redacteuren van OVPro.nl en TaxiPro.nl. Na een studie Journalistiek werkte ze voor het AD/Rotterdams Dagblad en deed ze commerciële schrijfervaring op bij webwinkel Coolblue. Een Rotterdamse in hart en nieren, die de lezer van VerkeersNet graag op de hoogte houdt van alle ontwikkelingen in de verkeers-en mobiliteitswereld.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.