Parkeren in woonwijk Arnhem1

Is het afwijkende parkeergedrag van de laatste 18 maanden blijvend?

Wat betekenen de coronamaatregelen voor onze mobiliteit en dus parkeren? Als mensen blijvend meer thuiswerken en minder op pad gaan, kan het gebeuren dat auto’s vaker voor de deur blijven stilstaan of zelfs dat het autobezit afneemt. Dit zou een nieuwe manier van omgaan met parkeerruimte bij kantoren of parkeernormen tot gevolg kunnen hebben. In dit blog geven Mark Riemslag en Michael Fousert van Monit antwoord op de vraag welke veranderingen meebewegen met de maatregelen en welke juist permanent lijken. 

BLOG – Na ruim 1,5 jaar te hebben geleefd met Covid gerelateerde maatregelen, werd eind september de 1,5 meter afgeschaft. Het leven keerde terug richting het ‘oude normaal’ en de situatie zag er voor even weer rooskleurig uit. Inmiddels weten we dat dit te voorbarig was.

Hoe we met deze veranderingen omgaan verschilt van persoon tot persoon. Zo gaf gedragspsychologe Sabine Jansen in een artikel in De Stentor aan dat nog lang niet alle neuzen dezelfde kant op wijzen, maar dat dat waarschijnlijk uiteindelijk allemaal weer goedkomt als het oude leven terugkeert. De verwachting is dat een groot deel van het leven wordt zoals het was. Crises kunnen echter ook als trigger dienen voor blijvende veranderingen in het menselijk gedrag. Zo heeft Covid ervoor gezorgd dat thuiswerken normaler is geworden en is ons parkeergedrag mee veranderd. De vraag is of deze veranderingen tijdelijk of blijvend zijn. Met behulp van de datagedreven inzichten in parkeergedrag van Monit Data’s Parkeermonitor kunnen we antwoord geven op deze vraag.

Grote gevolgen

Als deze veranderingen blijvend zijn, heeft dit gevolgen voor de maatschappij en omgeving. Zo is het aannemelijk dat de behoefte naar kantoorruimte lager blijft, omdat deels thuiswerken normaal is geworden. Als we minder vaak naar kantoor gaan, staat de auto langer voor de deur geparkeerd. Ook laten we meer van onze boodschappen thuis bezorgen. Parkeerdruk en parkeergedrag bij kantoren en winkels neemt dus af en bij woningen juist toe. Of zou het zo zijn dat op termijn het autobezit lager wordt doordat we meer thuiswerken en -winkelen?

Deze verschuivingen moeten we monitoren om de juiste hoeveelheid (openbare) ruimte in te zetten voor het parkeren van auto’s. Niet meer dan nodig, want die ruimte wordt op veel plekken steeds schaarser. Dat vraagt om keuzes; maken we er parkeer- of verblijfsruimte van? Of ruimte voor het beperken van hittestress, of voor waterberging? Dat geldt ook voor nieuwe ontwikkelingen waarbij we een juiste inschatting willen maken van het benodigd aantal parkeerplaatsen. Parkeernormen kunnen door Covid blijvend veranderen. Zo ook de bestaande inzichten in de uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen tussen meerdere doelgroepen: het zogenaamde ‘dubbelgebruik’.

Even terug naar het heden. Menselijke verplaatsingen zijn goed in kaart te brengen door het parkeergedrag te analyseren. Door regelmatig te analyseren hoeveel parkeertransacties, met welke duur, op welke locaties, door welke gebruikersgroep plaatsvinden, is het mogelijk te zien dat parkeergedrag aan het veranderen is.

Google Mobility Index

Een eerste indicatie dat deze verandering blijvend is, kun je uit de Google Mobility Index (GMI) halen. Hierin wordt aan de hand van bewegingen van mobiele telefoons geanalyseerd wanneer men zich waar met welk doel bevindt. Kan parkeerdata deze indicaties verder onderbouwen en zelfs aanscherpen?

Hiervoor is de GMI Retail & recreatie vergeleken met het parkeergedrag van de kortparkeerders. De bezoekers die per keer betalen voor parkeren. Uit een geanonimiseerde dataset van gemeenten, aangesloten bij de Parkeermonitor van Monit, kunnen we concluderen dat er geen blijvende veranderingen lijken te zijn bij de kortparkeerders. Bij het afschalen van maatregelen zien we dat het parkeergedrag snel terugkeert naar de situatie voor Covid (figuur 1).

Effect van maatregelen op kortparkeerders

De maandelijkse indexwaarde (januari 2020=100) van de GMI Retail & recreatie (oranje lijnen) en de index van het totaal aantal uren dat kortparkeerders hebben geparkeerd (cijfers Parkeermonitor).

Om de vergelijking met de situatie voor Corona te kunnen maken begint de index van de kortparkeerders in januari 2019. De maand april 2020 toont de sterkst negatieve waarde van de kortparkeerindex (32,7). Er zijn dus 67,3 procent minder parkeeruren verkocht aan de kortparkeerders ten opzichte van januari 2020. De indexwaarde was 93,4 in april 2019.

Daarnaast zien we dat de GMI Retail & recreatie, met uitzondering van oktober 2020, structureel boven de kortparkeerindex blijft. Dit betekent dat als we ons minder verplaatsen naar retail- en recreatielocaties, de effecten voor het parkeren sterker zichtbaar zijn.

Parkeergedrag van bewoners en zakelijke reizigers

Kortparkeergedrag verandert dus waarschijnlijk niet blijvend. Maar de GMI Werken en Wonen lijken te bevestigen dat het gedrag tussen woon- en werklocaties sterk met elkaar samenhangt (zie figuur 2). Een stijging in de GMI Wonen gaat gepaard met een daling in de GMI Werken. Als we meer thuisblijven, reizen we minder naar kantoor. Om te onderzoeken of dit blijvend is hebben we geanalyseerd hoe het parkeergedrag van abonnementhouders, onderverdeeld in bewoners en zakelijke parkeerders, verandert.

De verandering bij bewonersabonnementen en GMI Wonen zijn beperkt. Beiden zijn ze overwegend positief. Bij de GMI is dit continu en de Bewonersindex met uitzondering van de zomermaanden. Mogelijk dat de auto in de vakantieperiode vaker is gebruikt om eropuit te gaan. Na het afschalen van de maatregelen lijken beide indices naar 0 te gaan.

De effecten zijn duidelijker zichtbaar bij zakelijke indices. Zowel de GMI als Abonnementenindex laten gedurende de gehele periode sterk negatieve waardes zien. We zijn dus minder op werklocaties. Daar bovenop is de Abonnementenindex veel harder gedaald dan de GMI en is de afhankelijkheidsrelatie met de Bewonersindex niet 1-op-1. Zoals het er naar uitziet komen de waardes niet meer in de buurt van de 0 en lijkt dit dus wél een blijvende verandering te zijn. Deels thuiswerken is het nieuwe normaal geworden.

Effect van coronamaatregelen op parkeerabonnementen

De verandering van de wekelijkse GMI Wonen, GMI Werken (oranje lijnen) en de index van het totaal aantal uren dat parkeerders met bewoners (lichtblauw) en zakelijke abonnementen (donkerblauw) hebben geparkeerd in 22 parkeergarages verdeeld over 5 gemeentes in Nederland. Deze verandering wordt berekend ten opzichte van de mediaanwaarde van week 2 tot en met 6 in 2020.

Covidmaatregelen laten een bepekte toename van de GMI Wonen en parkeerders met bewonersabonnementen index zien. Zowel de GMI Zakelijk als de parkeerders met zakelijke abonnementen laten een negatieve trend zien. Met uitzondering van week 1 en 4 in 2021 neemt de zakelijke parkeerindex sterker af dan je op basis van de GMI zou verwachten.

Vervolgonderzoek

De urgentie van meer onderzoek wordt in dit stuk direct duidelijk. Het gebruikt van parkeerplaatsen bij kantoren en woningen wijzigt. Als dit blijvend is, moeten er ‘spelregels’ in onze parkeerberoepsgroep worden heroverwogen en worden aangepast.

Het parkeergedrag was de afgelopen 1,5 jaar afwijkend van normaal. Voor een deel lijkt dit blijvend te zijn. Bij het opheffen van de maatregelen verandert het parkeergedrag van kortparkeerders nauwelijks. Kijken we echter naar zakelijke parkeerders, dan is een trend waarneembaar die wel eens blijvend zou kunnen zijn. Of dat daadwerkelijk zo is, moeten we blijven monitoren.

Dit artikel is geschreven door Mark Riemslag en Michael Fousert van Monit. Monit is een zusterbedrijf van Spark

Auteur: Inge Jacobs

Inge Jacobs is vaste redacteur voor VerkeersNet en schrijft daarnaast voor verschillende andere vakbladen van Promedia Group, zoals OVPro.nl en TaxiPro.nl.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Is het afwijkende parkeergedrag van de laatste 18 maanden blijvend? - VerkeersNet
Parkeren in woonwijk Arnhem1

Is het afwijkende parkeergedrag van de laatste 18 maanden blijvend?

Wat betekenen de coronamaatregelen voor onze mobiliteit en dus parkeren? Als mensen blijvend meer thuiswerken en minder op pad gaan, kan het gebeuren dat auto’s vaker voor de deur blijven stilstaan of zelfs dat het autobezit afneemt. Dit zou een nieuwe manier van omgaan met parkeerruimte bij kantoren of parkeernormen tot gevolg kunnen hebben. In dit blog geven Mark Riemslag en Michael Fousert van Monit antwoord op de vraag welke veranderingen meebewegen met de maatregelen en welke juist permanent lijken. 

BLOG – Na ruim 1,5 jaar te hebben geleefd met Covid gerelateerde maatregelen, werd eind september de 1,5 meter afgeschaft. Het leven keerde terug richting het ‘oude normaal’ en de situatie zag er voor even weer rooskleurig uit. Inmiddels weten we dat dit te voorbarig was.

Hoe we met deze veranderingen omgaan verschilt van persoon tot persoon. Zo gaf gedragspsychologe Sabine Jansen in een artikel in De Stentor aan dat nog lang niet alle neuzen dezelfde kant op wijzen, maar dat dat waarschijnlijk uiteindelijk allemaal weer goedkomt als het oude leven terugkeert. De verwachting is dat een groot deel van het leven wordt zoals het was. Crises kunnen echter ook als trigger dienen voor blijvende veranderingen in het menselijk gedrag. Zo heeft Covid ervoor gezorgd dat thuiswerken normaler is geworden en is ons parkeergedrag mee veranderd. De vraag is of deze veranderingen tijdelijk of blijvend zijn. Met behulp van de datagedreven inzichten in parkeergedrag van Monit Data’s Parkeermonitor kunnen we antwoord geven op deze vraag.

Grote gevolgen

Als deze veranderingen blijvend zijn, heeft dit gevolgen voor de maatschappij en omgeving. Zo is het aannemelijk dat de behoefte naar kantoorruimte lager blijft, omdat deels thuiswerken normaal is geworden. Als we minder vaak naar kantoor gaan, staat de auto langer voor de deur geparkeerd. Ook laten we meer van onze boodschappen thuis bezorgen. Parkeerdruk en parkeergedrag bij kantoren en winkels neemt dus af en bij woningen juist toe. Of zou het zo zijn dat op termijn het autobezit lager wordt doordat we meer thuiswerken en -winkelen?

Deze verschuivingen moeten we monitoren om de juiste hoeveelheid (openbare) ruimte in te zetten voor het parkeren van auto’s. Niet meer dan nodig, want die ruimte wordt op veel plekken steeds schaarser. Dat vraagt om keuzes; maken we er parkeer- of verblijfsruimte van? Of ruimte voor het beperken van hittestress, of voor waterberging? Dat geldt ook voor nieuwe ontwikkelingen waarbij we een juiste inschatting willen maken van het benodigd aantal parkeerplaatsen. Parkeernormen kunnen door Covid blijvend veranderen. Zo ook de bestaande inzichten in de uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen tussen meerdere doelgroepen: het zogenaamde ‘dubbelgebruik’.

Even terug naar het heden. Menselijke verplaatsingen zijn goed in kaart te brengen door het parkeergedrag te analyseren. Door regelmatig te analyseren hoeveel parkeertransacties, met welke duur, op welke locaties, door welke gebruikersgroep plaatsvinden, is het mogelijk te zien dat parkeergedrag aan het veranderen is.

Google Mobility Index

Een eerste indicatie dat deze verandering blijvend is, kun je uit de Google Mobility Index (GMI) halen. Hierin wordt aan de hand van bewegingen van mobiele telefoons geanalyseerd wanneer men zich waar met welk doel bevindt. Kan parkeerdata deze indicaties verder onderbouwen en zelfs aanscherpen?

Hiervoor is de GMI Retail & recreatie vergeleken met het parkeergedrag van de kortparkeerders. De bezoekers die per keer betalen voor parkeren. Uit een geanonimiseerde dataset van gemeenten, aangesloten bij de Parkeermonitor van Monit, kunnen we concluderen dat er geen blijvende veranderingen lijken te zijn bij de kortparkeerders. Bij het afschalen van maatregelen zien we dat het parkeergedrag snel terugkeert naar de situatie voor Covid (figuur 1).

Effect van maatregelen op kortparkeerders

De maandelijkse indexwaarde (januari 2020=100) van de GMI Retail & recreatie (oranje lijnen) en de index van het totaal aantal uren dat kortparkeerders hebben geparkeerd (cijfers Parkeermonitor).

Om de vergelijking met de situatie voor Corona te kunnen maken begint de index van de kortparkeerders in januari 2019. De maand april 2020 toont de sterkst negatieve waarde van de kortparkeerindex (32,7). Er zijn dus 67,3 procent minder parkeeruren verkocht aan de kortparkeerders ten opzichte van januari 2020. De indexwaarde was 93,4 in april 2019.

Daarnaast zien we dat de GMI Retail & recreatie, met uitzondering van oktober 2020, structureel boven de kortparkeerindex blijft. Dit betekent dat als we ons minder verplaatsen naar retail- en recreatielocaties, de effecten voor het parkeren sterker zichtbaar zijn.

Parkeergedrag van bewoners en zakelijke reizigers

Kortparkeergedrag verandert dus waarschijnlijk niet blijvend. Maar de GMI Werken en Wonen lijken te bevestigen dat het gedrag tussen woon- en werklocaties sterk met elkaar samenhangt (zie figuur 2). Een stijging in de GMI Wonen gaat gepaard met een daling in de GMI Werken. Als we meer thuisblijven, reizen we minder naar kantoor. Om te onderzoeken of dit blijvend is hebben we geanalyseerd hoe het parkeergedrag van abonnementhouders, onderverdeeld in bewoners en zakelijke parkeerders, verandert.

De verandering bij bewonersabonnementen en GMI Wonen zijn beperkt. Beiden zijn ze overwegend positief. Bij de GMI is dit continu en de Bewonersindex met uitzondering van de zomermaanden. Mogelijk dat de auto in de vakantieperiode vaker is gebruikt om eropuit te gaan. Na het afschalen van de maatregelen lijken beide indices naar 0 te gaan.

De effecten zijn duidelijker zichtbaar bij zakelijke indices. Zowel de GMI als Abonnementenindex laten gedurende de gehele periode sterk negatieve waardes zien. We zijn dus minder op werklocaties. Daar bovenop is de Abonnementenindex veel harder gedaald dan de GMI en is de afhankelijkheidsrelatie met de Bewonersindex niet 1-op-1. Zoals het er naar uitziet komen de waardes niet meer in de buurt van de 0 en lijkt dit dus wél een blijvende verandering te zijn. Deels thuiswerken is het nieuwe normaal geworden.

Effect van coronamaatregelen op parkeerabonnementen

De verandering van de wekelijkse GMI Wonen, GMI Werken (oranje lijnen) en de index van het totaal aantal uren dat parkeerders met bewoners (lichtblauw) en zakelijke abonnementen (donkerblauw) hebben geparkeerd in 22 parkeergarages verdeeld over 5 gemeentes in Nederland. Deze verandering wordt berekend ten opzichte van de mediaanwaarde van week 2 tot en met 6 in 2020.

Covidmaatregelen laten een bepekte toename van de GMI Wonen en parkeerders met bewonersabonnementen index zien. Zowel de GMI Zakelijk als de parkeerders met zakelijke abonnementen laten een negatieve trend zien. Met uitzondering van week 1 en 4 in 2021 neemt de zakelijke parkeerindex sterker af dan je op basis van de GMI zou verwachten.

Vervolgonderzoek

De urgentie van meer onderzoek wordt in dit stuk direct duidelijk. Het gebruikt van parkeerplaatsen bij kantoren en woningen wijzigt. Als dit blijvend is, moeten er ‘spelregels’ in onze parkeerberoepsgroep worden heroverwogen en worden aangepast.

Het parkeergedrag was de afgelopen 1,5 jaar afwijkend van normaal. Voor een deel lijkt dit blijvend te zijn. Bij het opheffen van de maatregelen verandert het parkeergedrag van kortparkeerders nauwelijks. Kijken we echter naar zakelijke parkeerders, dan is een trend waarneembaar die wel eens blijvend zou kunnen zijn. Of dat daadwerkelijk zo is, moeten we blijven monitoren.

Dit artikel is geschreven door Mark Riemslag en Michael Fousert van Monit. Monit is een zusterbedrijf van Spark

Auteur: Inge Jacobs

Inge Jacobs is vaste redacteur voor VerkeersNet en schrijft daarnaast voor verschillende andere vakbladen van Promedia Group, zoals OVPro.nl en TaxiPro.nl.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.