
Vooral de logistieke Beter Benutten-maatregelen reduceren milieuoverlast
De maatregelen in het programma Beter Benutten zijn er op gericht om reizigers in staat te stellen vlot op de plek van bestemming te komen. Maar de maatregelen hebben ook effect op het verminderen van de uitstoot van koolstofdioxide (CO2), stikstofoxiden (NOx) en fijnstof (PM10).
Op basis van de plannen van aanpak van de maatregelen maakte Goudappel Coffeng een inschatting van de mogelijke duurzaamheidseffecten van het vervolgprogramma Beter Benutten (BBV).
Conclusie: het programma zorgt ongeveer voor een reductie van 1% van de totale uitstoot van CO2 door het wegverkeer in de Beter Benutten regio’s. Voor NOx is de reductie ingeschat op 1,2%. Voor PM10 bedraagt de reductie 1,9%.
Voor CO2 is de kosteneffectiviteit in BBV ruim 50% hoger dan in Beter Benutten 1. Voor NOx en PM10 bedraagt het respectievelijk 90% en 60%.
Dat komt omdat in BBV de nadruk meer op gedragsmaatregelen lag. Met gedragsmaatregelen wordt bedoeld dat reizigers worden gestimuleerd om de spits te mijden door bijvoorbeeld flexibel te werken of door met het OV of de e-bike te reizen. Die zetten in dit opzicht meer zoden aan de dijk dan infrastructurele maatregelen die in BB1 nog de boventoon voerden.
Per maatregelcategorie verschilt de effectiviteit. Logistieke maatregelen hebben het meeste effect. Bijvoorbeeld op de uitstoot van NOx. Dit komt doordat vrachtwagens relatief veel NOx uitstoten.
Beter Benutten Vervolg moet leiden tot een CO2-reductie van ruim 81.000 ton/jaar bij 48.000 spitsmijdingen per dag. Voor NOx bedraagt de vermindering naar verwachting 265 ton/jaar en voor PM10 ongeveer 15 ton/jaar.