
Groen in de stad maakt de lucht niet schoner
Een paar bomen extra in de straat maken de lucht niet schoner. Sterker nog, het kan soms averechts werken. Maar een flink bos helpt wel om fijnstof en stikstofdioxide terug te dringen. Dat stelt een nieuwe CROW-publicatie over de relatie tussen beplanting en luchtkwaliteit.
Nu Europa grenswaarden stelt voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) vragen lokale overheden zich af of het gebruik van beplanting voor het verminderen van de luchtvervuiling een optie is. De conclusie van CROW is duidelijk daarover: beplanting kan concentraties vervuilende stoffen op regionale schaal verlagen, maar het helpt niet lokale knelpunten op te lossen, en verergert deze zelfs in sommige gevallen. Wel zijn door goed doordacht ontwerp en beheer de negatieve effecten tot een minimum te beperken.
Beplanting leidt op regionaal en landelijk niveau tot lagere concentraties van vervuilende stoffen zoals PM10 (fijn stof) en NO2 (stikstofdioxide). Groen verlaagt de concentraties fijn stof met maximaal enkele procenten. Het meest schadelijke fijn stof (PM2,5 en kleiner) wordt alleen nauwelijks afgevangen.
Beplanting aanleggen biedt weliswaar geen oplossing voor lokale knelpunten, maar of het nodig is om beplanting om die reden te verwijderen of niet aan te leggen, is sterk afhankelijk van de lokale situatie, aldus CROW. Verwijderen kan nodig zijn als een optimale luchtdoorstroming vereist is om de norm niet te overschrijden. Er zijn soms ook andere oplossingen zoals snoeien van bomen of de aanplant van bomen op grotere afstand van elkaar.