
Elektrische auto horen blijkt flinke uitdaging voor fietsers
Fietsers kunnen elektrische auto’s minder goed opmerken dan ‘traditionele’ exemplaren. Maar of het toevoegen van kunstmatig geluid aan elektrische auto’s een oplossing is, is de vraag. Ook blijkt dat fietsers die muziek luisteren, het verkeer minder goed horen dan wanneer ze telefoneren. Dit komt naar voren in onderzoek van Agnieszka Stelling. De SWOV-onderzoeker promoveerde hier onlangs op aan de TU Delft.
Stelling onderzocht voor drie situaties de rol van geluid: het kunnen lokaliseren van (stille) elektrische auto’s, het luisteren naar muziek op de fiets en het telefoneren op de fiets. Ze gebruikte hiervoor verschillende onderzoeksmethoden, waaronder een laboratoriumonderzoek, een vragenlijstonderzoek via internet en een onderzoek in het echte verkeer. Ze richtte zich op drie leeftijdsgroepen: tieners (16-18 jaar), volwassenen (30-40 jaar) en ouderen (65-70 jaar oud).
Kunstmatig geluid
Fietsers blijken elektrische auto’s minder goed te kunnen lokaliseren dan auto’s met een diesel- of benzinemotor. Dat is vooral het geval als ze op lage snelheid rijden. Het lokaliseren blijkt bovendien lastiger als het geluid van recht achter de luisteraar vandaan komt. In een laboratoriumsetting moesten personen uit drie leeftijdscategorieën geluiden lokaliseren. Vooral de oudere leeftijdscategorie kon de geluiden van (zowel conventionele als elektrische) auto’s minder goed lokaliseren.
Het is volgens Stelling ook nog maar de vraag of het toevoegen van kunstmatig geluid aan elektrische auto’s een oplossing is. “Het detecteren van elektrische auto’s met aanvullend geluid is waarschijnlijk nog steeds lastig in een lawaaiige omgeving.”
Fietsende tieners
Een ander onderdeel van het onderzoek betreft het muziek luisteren en bellen op de fiets. Dat eerste beïnvloedt het goed kunnen horen van het omringende verkeer meer dan dat tweede, concludeert Stelling. “Luisteren naar muziek is populairder dan telefoneren, vooral bij fietsende tieners”, schrijft Stelling. “Daarnaast is de impact van het luisteren naar muziek op de auditieve waarneming van fietsers hoger dan de impact van telefoneren.”
De jongeren geven aan dat zij bij het telefoongebruik compensatie-strategieën toepassen. Bij het muziek luisteren zijn dit: de muziek zachter of uit zetten als dat nodig is, vaker rondkijken, of één oortelefoon gebruiken in plaats van beide. Bij het voeren van een telefoongesprek geven de tieners het vaakst aan dat zij hun snelheid verlagen, het gesprek kort houden, en vaker rondkijken. Bij observatie-onderzoek in het verkeer bleken jongeren volgens Stelling echter nauwelijks beter om zich heen te kijken. Het gebeurde zelfs zo weinig dat dit onderzoeksonderdeel voortijdig moest worden gestopt, om de deelnemende fietsers niet te veel in gevaar te brengen.
Geen veilige optie
Stelling is ook niet enthousiast over luisteren naar muziek via één oortelefoon of via speciale beengeleidingshoofdtelefoons (waarmee gelijktijdig naar muziek en omgevingsgeluiden kan worden geluisterd). Dit moet niet worden gezien als een veilige optie voor fietsers, benadrukt ze in haar onderzoek. “Een dergelijke manier van luisteren naar muziek kan er namelijk voor zorgen dat verkeersgeluiden slechter gelokaliseerd worden.”
In tegenstelling tot fietsende tieners, luisteren oudere fietsers zelden naar muziek. Telefoneren doen ze ook zelden. Maar voor deze leeftijdsgroep is het volgens haar wel problematischer dan voor jongere fietsers om op hun gehoor naderende auto’s te detecteren en te lokaliseren. Het is niet duidelijk wat deze vermindering in gehoorprestatie bij ouderen veroorzaakt, schrijft Stelling.
Verkeersdoden
Er kan nog een flinke slag gemaakt worden in fietsveiligheid, zo komt naar voeren in het onderzoek. Binnen de Europese Unie is het aantal fietsongevallen met dodelijke afloop de laatste jaren gedaald, maar minder hard dan ongevallen met dodelijke afloop voor inzittenden van auto’s of voetgangers, schrijft Stelling. Ze wijst ook op cijfers uit 2015. Toen was 20 procent van het aantal verkeersdoden en 63 procent van de zwaargewonde slachtoffers in Nederland een fietser.