
‘Ontwikkeling snelfietsroute niet meer op basis van onderbuikgevoel’
Langs welke plekken moet een snelfietsroute zeker komen? Waar zit de doelgroep die er het meest gebruik van kan gaan maken? Hoe moet de route lopen om ‘m zo veilig en comfortabel mogelijk te maken? Belangrijke vragen nu steeds meer gemeentes plannen hebben en maken voor snelfietsroutes. Exante verkent voor de gemeente Tilburg de ideale route van de F65 tussen Tilburg en ‘s-Hertogenbosch. Het adviesbureau voor verkeer en stedelijk ontwerp doet hiervoor een succesvol beroep op allerlei open data-bronnen. Zo liggen er feiten ten grondslag aan keuzes in plaats van een onderbuikgevoel.
Een geheim wapen tegen de drukte op de weg. Zo omschrijft minister Stientje van Veldhoven (Milieu en wonen) de fiets. Klopt helemaal, zegt Guido Dolne, beleidsmedewerker mobiliteit bij de gemeente Tilburg. “Investeren in de fiets, maar ook het OV, is drie tot vier keer effectiever dan investeren in het autonetwerk.” Snelfietsroutes zijn dan ook onmisbaar, vindt hij. “Als je wil dat forenzen meer gebruik gaan maken van de fiets, dan moet je investeren in faciliteiten.”
Verschuiving
Tilburg en de provincie zetten dan ook actief in op snelfietsroutes. Zo is de ‘fietssnelweg’ Tilburg – Loon op Zand – Waalwijk bijna gereed en start volgend jaar de realisatie van de snelfietsroute naar Breda. En dan staan er nog verschillende op de planning. Zoals de F65 tussen Tilburg en ‘s-Hertogenbosch.
Een snelfietsroute is heel veel meer dan een gewoon fietspad
Snelfietsroutes staan inderdaad in de spotlights, ervaart adviseur Roel Koenraad. “Je ziet een verschuiving in hoe gemeentes omgaan met mobiliteitsuitdagingen. De verkenning voor de F65 is onze vierde snelfietsroute-opdracht dit jaar. Eigenlijk zijn we de laatste tijd altijd wel bezig het ontwikkelen van zulke routes.”
Groen
Dolne heeft het goed getroffen. Er is veel kennis en ervaring in huis en de provincie, waar de gemeente in het geval van snelfietsroutes nauw mee samenwerkt, kan subsidie verstrekken. Toch zijn er, erkent hij, valkuilen. Een snelfietsroute is namelijk heel veel meer dan een gewoon fietspad.
“Vooropgesteld: je wil fietsers zoveel mogelijk groen geven. Dat betekent nogal wat voor de kruisende wegen. Moet je die ongelijkvloers maken? Leg je een rotonde aan met fietsers in de voorrang of plaats je verkeerslichten? De F65 zal voor een deel langs de N65 lopen. Daar zit ontzettend veel kruisend verkeer op. De fietser kan niet altijd voorrang krijgen. En los daarvan is er nog het gezondheidsaspect: met het reduceren van de maximum snelheid gaan we op wegen misschien minder stikstof produceren, maar microscopische rubberdeeltjes van autobanden ademen we ook gewoon in. Je wil een snelfietsroute het liefst ontweven van het autonetwerk.”
Koenraad sluit daarbij aan. “We vinden het heel normaal dat je op de snelweg geen verkeerslichten staan en je geen gelijkwaardige kruisingen hebt. Op die manier moet je ook kijken naar een snelfietsroute. Maar dat moet landen.”
Onmisbaar
Dat vraagt vooronderzoek. En dat is wat Exante gaat doen. Wat voor alternatieve tracés zijn er? Heb je met hoogteverschillen te maken? Wat kosten de verschillende opties? En voor wie doe je het? Je wil natuurlijk zoveel mogelijk economische toplocaties en kernen met elkaar verbinden. En je wil dat de route aantrekkelijk is voor de gebruikers. Op al die vragen zoekt het bureau antwoord. Open data blijkt daarbij onmisbaar, vertelt Koenraad. En dat ziet nog niet iedereen volgens hem – iets wat Dolne bevestigt.
Hiermee breng je in kaart hoe steil hellingen worden – dat laatste is echt nog wel een ding
Een van de databronnen die volgens Koenraad goud waard is, is de Basis Administratie Gebouwen (BAG). “Daarin staan alle gebouwen van Nederland en hun functies: of het nou wonen, werken, winkelen of zorg is. Als je verschillende route-opties hebt, kun je kijken hoe ver woningen of werklocaties van welke route af liggen.” Een andere waardevolle databron is het Actueel Hoogtebestand Nederland, zegt hij. “Hiermee kun je bepalen hoeveel hoogteverschil een bepaalde route heeft. En hoe steil hellingen worden – dat laatste is echt nog wel een ding.”
In beeld brengen
De volgende stap is om al die data samen te brengen in een kaart. Dat kan met GIS-analyses, legt Koenraad uit. “GIS is de afkorting van Geografisch Informatie Systeem. Je kunt hiermee allerlei verschillende lagen over elkaar heen leggen. Gebouwen en hoogtes dus, maar bijvoorbeeld ook arbeidsplaatsen of luchtkwaliteit. Die verschillende tracés laat je hier doorheen lopen en voor ieder stuk kun je zo in beeld brengen hoe het ervoor staat.”
Data geeft niet gelijk antwoord op al je vragen, erkent de adviseur. “Dat de route die langs de meeste leerlingen gaat, ook de beste route is bijvoorbeeld. Maar door al die informatie te verzamelen en objectief, feitelijk en meetbaar naast elkaar te leggen, kun je betere afwegingen maken. Keuzes worden inzichtelijk. Je hoeft geen beslissingen meer te maken op basis van je onderbuikgevoel.”
Bijzonder is dat de gemeente Lelystad, op het moment dat de snelfietsroute StationNS – Lelystad-Airport, werd gerealiseerd, de fietsers uit de voorrang werden gehaald bij onbelangrijke zijwegen en zelfs bij een uitrit.