Interactieve planvorming lokt veel reacties uit
In Apeldoorn was het gebruik van interactieve planvorming een succes. Ook al gingen de reacties vooral over de verkeersmentaliteit en minder over de aanleg van extra wegen en de knelpunten in het wegennet. Dit stelt bureau Goudappel op grond van de ervaringen die zijn opgedaan bij het opstarten van een nieuwe mobiliteitsvisie van de gemeente.
Daartoe werd een website met een forum en een interactieve kaart in de lucht gebracht (www.route055.nl) waarop zo’n 1000 reacties binnenkwamen. Hugo Smuling van Goudappel noemt het gebruik van de interactieve planvorming een groot succes. ‘Met name de laagdrempeligheid en het intensieve gebruik van de website hebben bijgedragen aan een grote hoeveelheid reacties’, aldus Smuling. Het was wel opvallend dat er met name commentaar was op ‘zachtere zaken’ zoals de informatievoorziening van de gemeente en het weggedrag van de medeweggebruiker. Extra wegen en knelpunten in het wegennet bleken minder commentaar teweeg te brengen.
De reacties zijn vertaald naar aanbevelingen richting gemeenteraad. Zo zou de toekomstig mobiliteitsvisie rekening moeten houden met het aspect verkeersmentaliteit door mogelijkheden te zoeken om het verkeersgedrag van weggebruikers te beïnvloeden. Inwoners moeten beter worden geïnformeerd over verkeersgerelateerde zaken, met name wegwerkzaamheden en het hoe en waarom van gekozen oplossingen. En er is vraag naar een duidelijke lijn over hoe om te gaan met parkeernormen in met name gebieden met een parkeertekort. Verder moet de inrichting van 30 km-zones worden geëvalueerd en moet er een visie komen over hoe om te gaan met de ringwegen.
Het gevaar van een internetsite is wel dat het uitsluitend als klachteninventarisatie werkt, aldus Smuling verder. ‘Het is lastiger om burgers mee te nemen in het vormen van nieuw beleid of het toetsen van nieuwe beleidsplannen. Dit bleek in Apeldoorn ook tijdens het vervolgproces waarin de Mobiliteitsvisie werd vastgesteld. Hierbij werd weer de internetsite ingezet, maar bij deze fase was de opkomst laag. Het bleef onduidelijk of dit kwam doordat men vond dat men zijn mening al in voldoende mate had gegeven, dat men zich goed kon vinden in de mobiliteitsvisie of dat de onderwerpen te globaal aan bod kwamen.’