Rotterdam groeit in de nabije toekomst met zo’n 40.000 mensen, schetst Martin Guit, mobiliteitsstrateeg bij de gemeente Rotterdam. Om ervoor te zorgen dat iedereen kan reizen en dat de stad niet dichtslibt, is volgens hem een stevig mobiliteitsplan nodig. Mobility as a Service is hier een belangrijk onderdeel van.

Rotterdam gaat flink groeien, beschrijft Martin Guit. “De komende twintig, dertig jaar komen er 30.000, 40.000 mensen bij”, zegt hij. “Dat is opvallend overigens: Rotterdam is lang een stad geweest van achterstand, niet zo aantrekkelijk om te wonen. Maar dat is aan het veranderen.” Groei is altijd gissen, erkent hij wel. Of er zoveel mensen bij komen, hangt volgens hem ook erg af van het woningaanbod, of de lucht in de stad voldoende schoon blijft en hoe de economie in de stad zich ontwikkelt.

Om ervoor te zorgen dat iedereen van a naar b kan en om te voorkomen dat de stad dichtslibt, is volgens Guit een stevig mobiliteitsplan nodig. Mobility as a Service (MaaS) is hier een belangrijk onderdeel van, zegt hij. Hij is enthousiast over het concept. “Het voegt echt iets toe, het gaat uit van wat mensen willen.”

Belangrijk

Uitgaan van de reiziger is belangrijk, zegt hij. Hij wijst op Hilligersberg, waar de bewoners erg autogericht zijn en de trams dus vaak leeg zijn. En hij wijst op de wijk Ommoord, waar weer veel ouderen wonen. Misschien dat hier, zo oppert hij, minder rendabelere lijnen vervangen kunnen worden door slimme systemen.

Een mobiliteitssysteem moet niet op zichzelf staan, maar moet bijdragen aan de wensen van de wijk

“Een mobiliteitssysteem moet niet op zichzelf staan, maar moet aanvullend zijn, moet bijdragen aan de wensen van de wijk.” Het is, zegt hij, een interessant samenspel van een visie van de gemeente, de wensen van de wijk en de mogelijkheden van marktpartijen.

Hand in hand

MaaS gaat ook hand in hand met het ontsluiten van nieuwe gebieden. Hij wijst op de haven. “Het is heel duur om hier nieuwe lijnen aan te leggen. Maar juist hier kun je experimenteren met vraaggericht vervoer.” Hij wijst ook op Rotterdam-The Hague Airport, dat nu alleen te bereiken is met een bus vanaf metrohalte Meijersplein. “Ook hier kan een MaaS-concept veel opleveren.”

De luchthaven is ook een van de zeven pilots van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De focus is: de ontsluiting van de luchthaven op duurzame en multimodale vervoersmiddelen verbeteren. Dat moet, verwacht het ministerie, niet alleen goed zijn voor de vele reizigers en medewerkers, maar ook voor de regionale economie.

Alle opties open

Qua vervoersmiddelen liggen alle opties nog open, zegt Guit. Hij denkt aan deelfietsen, en aan zelfrijdende shuttles – zoals die van 2getthere op het Rivium in Capelle aan den IJssel – maar ook aan vervoer over water.

Hoe dan ook, MaaS is volgens Guit een kwestie van experimenteren. “Lukt iets niet, dan leer je ervan en pas je het aan.” Rotterdam is constant aan het experimenteren, zegt hij. Hij noemt de tuktuk’s die lang door de stad crossten, maar uiteindelijk geen succes bleken.

Deelfietsen

Hij noemt ook de samenwerking met de verschillende deelfietsaanbieders in de stad. Veel Rotterdammers klagen hierover: deelfietsen slingeren rond en maken openbare fietsenstallingen snel vol. Aanbieders van deelfietsen in Rotterdam krijgen nu tot 1 augustus de tijd om te bewijzen dat hun onderneming niet tot overlast is.

Experimenteren hoort erbij en een stad, met al zijn verschillende inwoners, is daar volgens hem de ideale plek voor.

Meer weten? Samen met zijn collega Gert Jan Polhuijs gaat Martin Guit op het MaaS Congres dieper in op dit onderwerp.