Goede verkeersinfo scheelt een beetje
Goede verkeersinformatie kan tot tien procent minder reistijd leiden, en dus tot minder files. Dat concludeert ir. Enide Bogers, die op dit onderwerp gepromoveerde aan de TU Delft. Het belangrijkste resultaat van het onderzoek van Enide Bogers is dat het verschaffen van goede verkeersinformatie aan reizigers op hun vaste dagelijkse ritten uitstekend werkt. Hoe meer verkeersinformatie de reizigers ontvingen, hoe groter de reistijdbesparingen waren. Het uitgebreidste scenario – met zowel informatie onderweg als achteraf – leidde uiteindelijk tot tien procent minder reistijd dan als de reizigers helemaal geen informatie kregen.
Luister je naar de adviezen van de verkeersinformatiedienst, of trek je je eigen plan? NWO-onderzoeker Enide Bogers ging na wat we nou eigenlijk leren van onze eigen ervaringen en wat we doen met alle goede adviezen die we krijgen. Hoewel we stugge gewoontedieren blijken te zijn, maakt goede verkeersinformatie ons net een beetje avontuurlijker. Verkeerskundige Bogers onderzocht in hoeverre mensen hun keuzen maken op basis van de informatie die zij krijgen. Ze stelde vast dat de proefpersonen die tijdens de route veel verkeersinformatie kregen, vaker voor een onbetrouwbare maar vlugge route kozen. De proefpersonen die geen informatie kregen, kozen juist veel vaker voor een betrouwbare maar langzame route. ’s Ochtends even de radio aanzetten in de auto kan dus geen kwaad. Hoe meer verkeersinformatie de reizigers in het onderzoek namelijk ontvingen, hoe meer tijd zij bespaarden.
Bogers liet voor haar onderzoek 2500 proefpersonen veertig keer opnieuw kiezen voor één van drie mogelijke routes. De eerste route was meestal (drie van de vier dagen) erg snel maar soms heel erg langzaam. De tweede route was heel erg betrouwbaar maar langzaam. Bij de derde route was de reistijd binnen bepaalde marges volstrekt willekeurig. Het verschaffen van verkeersinformatie bleek de aantrekkelijkheid van onbetrouwbare routes (één en drie) te vergroten.
Bogers keek echter niet alleen naar de invloed van de aangeboden informatie, maar ook naar wat de proefpersonen gedurende het experiment leerden van hun ervaringen. Opvallend was dat de rol van gewoontegedrag steeds groter werd. Zelfs de personen die veel informatie kregen, lieten hun keuzen na verloop van tijd steeds vaker door gewoonte bepalen dan door andere zaken zoals de aangeboden informatie of hun eigen aangeleerde reistijdverwachting. Het lijkt er zelfs op dat een slechte reistijd op een gewoonteroute milder wordt beoordeeld dan een slechte reistijd op een alternatieve route. Veel reizigers willen blijkbaar niet inzien dat de route die zij het vaakst kiezen misschien niet altijd de beste is.
Daarnaast baseerden reizigers zonder verkeersinformatie zich voor hun verwachte reistijd voornamelijk op de meest recente ervaring. De reizigers met verkeersinformatie nemen echter veel meer ervaringen mee in het bepalen van een verwachte reistijd.
Ondanks onze ingebakken gewoonten, blijkt de inzet van verkeersinformatie toch veel mogelijkheden te bieden. Niet alleen kan het individuele reistijden verkorten, het kan er ook voor zorgen dat routes die normaliter als onbetrouwbaar worden gezien vaker gebruikt worden. Zo kan verkeersinformatie dus zorgen voor minder voertuiguren, met minder verkeer en minder milieuvervuiling als gevolg.
Het onderzoek van Enide Bogers maakt deel uit van het programma AMICI (Advanced Multi-agent Information and Control for Integrated multi-class traffic networks), onderdeel van het NWO Stimuleringsprogramma Verkeer en Vervoer. Het Stimuleringsprogramma Verkeer en Vervoer heeft tot doel het ontwikkelen en verspreiden van integrale kennis, gericht op innovatieve en evenwichtige verkeers- en vervoersoplossingen. Deze kennis moet uitmonden in hoogwaardige, toegepaste research bij bedrijven en overheden.