Wie in Europese steden met het openbaar vervoer reist moet zich geregeld verdiepen in de reisinformatie. Deze is niet altijd even duidelijk. Dat blijkt uit een inventarisatie van de ANWB en haar Europese zusterclubs.

Geregeld was de informatievoorziening niet compleet. Daarnaast schoot de toegankelijkheid voor mindervaliden tekort. Ook blijkt er een groot verschil in prijs van het openbaar vervoer te zijn tussen de verschillende Europese steden. Een metrokaartje in Praag blijkt het voordeligst te zijn in Europa. In het onderzoek is gekeken naar de reistijd per rit, overstapmogelijkheden, informatievoorziening op internet en bij de OV-halte en de prijzen van de ritten.

Van de 23 onderzochte steden eindigde Amsterdam als vijftiende met een voldoende. Negen andere steden scoorden ook een voldoende en elf steden haalden het oordeel goed. München kreeg als enige stad het resultaat ‘zeer goed’ en kwam als beste uit de test. Bij deze stad vielen de snelle verbindingen en de goede informatie voor de reiziger in diverse talen op. Ook bestaat er in deze stad een uitgebreide website met duidelijke informatie voor reizigers. In Amsterdam viel op dat de informatie op kaartjesautomaten in de trams en bussen alleen in de Nederlandse taal werd gegeven. De verbinding tussen het Amsterdamse stadscentrum en de luchthaven is beter dan in de meeste Europese steden.