Busstation Groningen BEELD OVPro

Nieuw verkeersmodel Groningen focust niet op losse ritten maar op ketenreis

Busstation Groningen BEELD OVPro

Geen losse ritten, maar iemands ketenverplaatsing. Dat is de focus van een nieuw verkeersmodel dat Sweco en 4Cast ontwikkelen voor de gemeente Groningen. Deze aanpak doet niet alleen veel meer recht aan de werkelijkheid, het helpt ook inspelen op nieuwe ontwikkelingen als MaaS en zelfrijdende auto’s. Het coronavirus gooit nog geen roet in de motor: het project wordt uitgevoerd via online meetings en data-uitwisseling.

“Als gemeente wil je de totale reisvraag van mensen goed in kaart brengen: naar welke verschillende plekken gaan ze dagelijks allemaal heen? En je wilt goed zicht hebben op het totale reisaanbod: welke combinaties van vervoersmiddelen zijn er allemaal mogelijk? Aan die aanbod-knop kun je als gemeente bij uitstek draaien. Als je die twee zaken goed geregeld hebt, heb je een veel beter beeld van de verkeersintensiteit en kun je veel beter anticiperen op de toekomst.”

Aan het woord is Wim van der Hoeven, projectmanager bij Sweco. Samen met adviesbureau 4Cast ontwikkelt het ingenieurs- en adviesbureau een nieuw verkeersmodel voor de gemeente Groningen. Aan de basis ligt de software PTV Visum van PTV Group. Dat heeft als uitgangspunt die ketenverplaatsing.

Alternatieven

Deze partijen boden precies waar Groningen behoefte aan had. De langetermijnscenario’s waren verouderd en de gemeente wil inspelen op ontwikkelingen als Mobility as a Service (MaaS) en autonoom vervoer. Door de sterke groei van de stad en de verwachte krimp in de regio zal de druk op het verkeers- en vervoerssysteem toenemen, verwacht het stadsbestuur. Dat zoekt daarom alternatieven voor de auto.

Dat werd tot nu toe op een onvolledige manier in beeld gebracht door die focus op losse ritten

In de mobiliteitsvisie wordt dit verder uitgewerkt en het nieuwe verkeersmodel speelt daarbij een belangrijke rol. Het moet de effecten van aanpassingen in bijvoorbeeld de infrastructuur, de ruimtelijke ordening en het openbaar vervoer doorrekenen. En ook de potentie van P+R en transferia bepalen en reistijdenanalyses kunnen maken.

Mix

Huidige verkeersmodellen zijn voor veel gemeentes niet meer toereikend, legt Van der Hoeven uit. “Die zijn gebaseerd op allemaal losse ritten van mensen. Maar een groot deel gaat voor het werk eerst langs de kinderopvang of aan het eind van de dag nog even naar de supermarkt. Daarbij: het OV stopt vaak niet voor het huis of werk. Je gebruikt een mix van vervoersmiddelen om ergens te komen. Dat werd tot nu toe op een onvolledige manier in beeld gebracht door die focus op losse ritten in plaats van ketens. Inconsistenties in resultaten waren het gevolg.”

Terwijl gemeentes juist goede informatie nodig hebben om beleid te maken, zegt hij. Niet alleen om te kijken waar mogelijkheden liggen om duurzaam vervoer verder te stimuleren. Maar ook om geld op een verantwoorde manier uit te geven. “Als je ergens geld in steekt, dan moet je dat goed doen. Als je nu iets aanlegt, grote kans dat het er over vijftig jaar nog steeds ligt. Het gaat dus om hele grote bedragen.”

Beïnvloeden

De keuze vandaag is bepalend voor morgen. Het mooie is, vertelt Van der Hoeven, dat dit nieuwe verkeersmodel anticipeert op de toekomst. Maar misschien is het goed om eerst wat dieper in te gaan om de basis hiervan: de ketenverplaatsing-aanpak van de PTV Visum-software.

Als je de grote verplaatsing met de auto maakt, doe je waarschijnlijk ook alle tussenbestemmingen met de auto aan

De zogenoemde tour-benadering heeft als uitgangspunt welke (combinaties) van vervoersmiddelen mensen op een dag gebruiken. Niet alleen omdat dat dus meer recht doet aan de huidige situatie, legt Robin Huizenga, business manager bij PTV Group uit. Maar ook omdat een keuze andere keuzes kan beïnvloeden.

Hij vertelt dat deze methode in de grotere modellen in Nederland al werd toegepast. Maar nieuw is dat met gebruik van PTV Visum het nu ook voor de Nederlandse gemeentelijk en regionale modellen gemakkelijk toegankelijk is. Onder andere Lelystad werkt er al mee. Een model voor de provincie Utrecht is in ontwikkeling. Bij laatst genoemde project zijn Sweco en 4Cast ook betrokken.

Feitelijke data

Waar is die tour-aanpak op gebaseerd? “We hebben in Nederland verschillende databronnen waarin het reisgedrag van mensen gecombineerd is met persoonskarakteristieken en omgevingskenmerken”, vertelt Huizenga. “Een belangrijke in Nederland is bijvoorbeeld OViN.”

Huizenga vervolgt: “Door deze bronnen te analyseren kunnen wij bijvoorbeeld soorten bestemmingen typeren en welke vervoerwijzen mensen daarbij kiezen. De ketens van bestemmingen en bijbehorende vervoerwijzen worden gekoppeld aan kenmerken als leeftijd, geslacht, werkend of scholier, wel/niet auto beschikbaar. Het is dus echte een beschrijving op basis van feitelijke data.”

Schuiven

De hoofdbestemming is geformuleerd als de bestemming die het verst weg gelegen is en/of waar iemand het langst verblijft. Deze bestemming weegt het zwaarst bij het bepalen van de (hoofd)vervoerwijze. “Sommige vervoerwijzen zijn vaak exclusief: als je de grote verplaatsing met de auto maakt, doe je waarschijnlijk ook alle tussenbestemmingen met de auto aan. Maar als je bijvoorbeeld het openbaar vervoer gebruikt, zul je ook vaker een aanvullende vervoerwijze kiezen. Op basis van de gevonden relaties en verdelingen in de data geef je in PTV Visum op welke combinaties mogelijk zijn en meegenomen moeten worden.”

Zelfrijdende shuttles: naar die wereld zijn we op aan het schuiven

Deze verklaring van de werkelijkheid wordt ook gebruikt om te voorspellen hoe mensen zich in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid zullen gaan verplaatsen.

En zo helpt de software gemeentes als Groningen inspelen op de toekomst, vertelt Van der Hoeven. Niet alleen op de korte termijn, met de doorgroei van MaaS. Maar ook verder weg: met de komst van zelfrijdende shuttles. “Naar die wereld zijn we op aan het schuiven.” Op zo’n ontwikkeling kun je maar beter vroeg inspelen, benadrukt hij. Want die komst heeft volgens hem nogal wat voeten in de aarde.

Thuis ophalen

Allereerst omdat het een hele goedkope vorm van deur-tot-deurvervoer kan worden. “Je hebt geen chauffeurskosten meer, dus de prijs gaat een stuk naar beneden. En als je ritten combineert met mensen die dezelfde kant op moeten, kan het nog goedkoper.” Bovendien is reistijd geen verliestijd meer. “Je kunt je tijd onderweg gebruiken om andere dingen te doen: werken bijvoorbeeld. Je hebt, met andere woorden, de gelegenheid om je tijd nuttig te besteden.” Je zult volgens hem ook minder vervoerscombinaties nodig. “Je hoeft, zoals nu bij het OV, niet meer van halte naar halte. Zo’n shuttle kan je thuis ophalen en bij je werk afzetten.”

Maar dat heeft nogal wat implicaties, benadrukt Van der Hoeven. “Een shuttle pakken kan zo goedkoop worden, dat iedereen er een pakt ten koste van het ov. Wat als iedereen met zo’n voertuig naar de binnenstad komt? Wat betekent dat voor parkeren? En wat als vervoersbedrijven hun shuttles leeg op de stadsring laten rondrijden?”

Gereed

Over dat soort vragen willen gemeentes nu al nadenken. “Automated vehicles zorgen voor een aantal maatschappelijke veranderingen: niet alleen wat betreft reiskosten en reistijd, maar ook wat betreft verkeersstromen en infrastructuur. Als overheden daar voorbereid op willen inspelen, hebben ze betere modellen nodig.”

Het nieuwe verkeersmodel voor Groningen moet in het najaar van 2020 gereed zijn. Het project wordt momenteel op afstand uitgevoerd via online meetings en data uitwisseling. Dit blijkt voor alle partijen vooralsnog prima te werken.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Jan Pieter Rottier is binnen ProMedia Group als redacteur en presentator verantwoordelijk voor evenementen, tv-uitzendingen en andere video-content, zoals webinars en online congressen. Daarnaast schrijft hij regelmatig voor de Personenvervoer en Verkeer-vakbladen VerkeersNet, OVPro en TaxiPro.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Nieuw verkeersmodel Groningen focust niet op losse ritten maar op ketenreis - VerkeersNet
Busstation Groningen BEELD OVPro

Nieuw verkeersmodel Groningen focust niet op losse ritten maar op ketenreis

Busstation Groningen BEELD OVPro

Geen losse ritten, maar iemands ketenverplaatsing. Dat is de focus van een nieuw verkeersmodel dat Sweco en 4Cast ontwikkelen voor de gemeente Groningen. Deze aanpak doet niet alleen veel meer recht aan de werkelijkheid, het helpt ook inspelen op nieuwe ontwikkelingen als MaaS en zelfrijdende auto’s. Het coronavirus gooit nog geen roet in de motor: het project wordt uitgevoerd via online meetings en data-uitwisseling.

“Als gemeente wil je de totale reisvraag van mensen goed in kaart brengen: naar welke verschillende plekken gaan ze dagelijks allemaal heen? En je wilt goed zicht hebben op het totale reisaanbod: welke combinaties van vervoersmiddelen zijn er allemaal mogelijk? Aan die aanbod-knop kun je als gemeente bij uitstek draaien. Als je die twee zaken goed geregeld hebt, heb je een veel beter beeld van de verkeersintensiteit en kun je veel beter anticiperen op de toekomst.”

Aan het woord is Wim van der Hoeven, projectmanager bij Sweco. Samen met adviesbureau 4Cast ontwikkelt het ingenieurs- en adviesbureau een nieuw verkeersmodel voor de gemeente Groningen. Aan de basis ligt de software PTV Visum van PTV Group. Dat heeft als uitgangspunt die ketenverplaatsing.

Alternatieven

Deze partijen boden precies waar Groningen behoefte aan had. De langetermijnscenario’s waren verouderd en de gemeente wil inspelen op ontwikkelingen als Mobility as a Service (MaaS) en autonoom vervoer. Door de sterke groei van de stad en de verwachte krimp in de regio zal de druk op het verkeers- en vervoerssysteem toenemen, verwacht het stadsbestuur. Dat zoekt daarom alternatieven voor de auto.

Dat werd tot nu toe op een onvolledige manier in beeld gebracht door die focus op losse ritten

In de mobiliteitsvisie wordt dit verder uitgewerkt en het nieuwe verkeersmodel speelt daarbij een belangrijke rol. Het moet de effecten van aanpassingen in bijvoorbeeld de infrastructuur, de ruimtelijke ordening en het openbaar vervoer doorrekenen. En ook de potentie van P+R en transferia bepalen en reistijdenanalyses kunnen maken.

Mix

Huidige verkeersmodellen zijn voor veel gemeentes niet meer toereikend, legt Van der Hoeven uit. “Die zijn gebaseerd op allemaal losse ritten van mensen. Maar een groot deel gaat voor het werk eerst langs de kinderopvang of aan het eind van de dag nog even naar de supermarkt. Daarbij: het OV stopt vaak niet voor het huis of werk. Je gebruikt een mix van vervoersmiddelen om ergens te komen. Dat werd tot nu toe op een onvolledige manier in beeld gebracht door die focus op losse ritten in plaats van ketens. Inconsistenties in resultaten waren het gevolg.”

Terwijl gemeentes juist goede informatie nodig hebben om beleid te maken, zegt hij. Niet alleen om te kijken waar mogelijkheden liggen om duurzaam vervoer verder te stimuleren. Maar ook om geld op een verantwoorde manier uit te geven. “Als je ergens geld in steekt, dan moet je dat goed doen. Als je nu iets aanlegt, grote kans dat het er over vijftig jaar nog steeds ligt. Het gaat dus om hele grote bedragen.”

Beïnvloeden

De keuze vandaag is bepalend voor morgen. Het mooie is, vertelt Van der Hoeven, dat dit nieuwe verkeersmodel anticipeert op de toekomst. Maar misschien is het goed om eerst wat dieper in te gaan om de basis hiervan: de ketenverplaatsing-aanpak van de PTV Visum-software.

Als je de grote verplaatsing met de auto maakt, doe je waarschijnlijk ook alle tussenbestemmingen met de auto aan

De zogenoemde tour-benadering heeft als uitgangspunt welke (combinaties) van vervoersmiddelen mensen op een dag gebruiken. Niet alleen omdat dat dus meer recht doet aan de huidige situatie, legt Robin Huizenga, business manager bij PTV Group uit. Maar ook omdat een keuze andere keuzes kan beïnvloeden.

Hij vertelt dat deze methode in de grotere modellen in Nederland al werd toegepast. Maar nieuw is dat met gebruik van PTV Visum het nu ook voor de Nederlandse gemeentelijk en regionale modellen gemakkelijk toegankelijk is. Onder andere Lelystad werkt er al mee. Een model voor de provincie Utrecht is in ontwikkeling. Bij laatst genoemde project zijn Sweco en 4Cast ook betrokken.

Feitelijke data

Waar is die tour-aanpak op gebaseerd? “We hebben in Nederland verschillende databronnen waarin het reisgedrag van mensen gecombineerd is met persoonskarakteristieken en omgevingskenmerken”, vertelt Huizenga. “Een belangrijke in Nederland is bijvoorbeeld OViN.”

Huizenga vervolgt: “Door deze bronnen te analyseren kunnen wij bijvoorbeeld soorten bestemmingen typeren en welke vervoerwijzen mensen daarbij kiezen. De ketens van bestemmingen en bijbehorende vervoerwijzen worden gekoppeld aan kenmerken als leeftijd, geslacht, werkend of scholier, wel/niet auto beschikbaar. Het is dus echte een beschrijving op basis van feitelijke data.”

Schuiven

De hoofdbestemming is geformuleerd als de bestemming die het verst weg gelegen is en/of waar iemand het langst verblijft. Deze bestemming weegt het zwaarst bij het bepalen van de (hoofd)vervoerwijze. “Sommige vervoerwijzen zijn vaak exclusief: als je de grote verplaatsing met de auto maakt, doe je waarschijnlijk ook alle tussenbestemmingen met de auto aan. Maar als je bijvoorbeeld het openbaar vervoer gebruikt, zul je ook vaker een aanvullende vervoerwijze kiezen. Op basis van de gevonden relaties en verdelingen in de data geef je in PTV Visum op welke combinaties mogelijk zijn en meegenomen moeten worden.”

Zelfrijdende shuttles: naar die wereld zijn we op aan het schuiven

Deze verklaring van de werkelijkheid wordt ook gebruikt om te voorspellen hoe mensen zich in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid zullen gaan verplaatsen.

En zo helpt de software gemeentes als Groningen inspelen op de toekomst, vertelt Van der Hoeven. Niet alleen op de korte termijn, met de doorgroei van MaaS. Maar ook verder weg: met de komst van zelfrijdende shuttles. “Naar die wereld zijn we op aan het schuiven.” Op zo’n ontwikkeling kun je maar beter vroeg inspelen, benadrukt hij. Want die komst heeft volgens hem nogal wat voeten in de aarde.

Thuis ophalen

Allereerst omdat het een hele goedkope vorm van deur-tot-deurvervoer kan worden. “Je hebt geen chauffeurskosten meer, dus de prijs gaat een stuk naar beneden. En als je ritten combineert met mensen die dezelfde kant op moeten, kan het nog goedkoper.” Bovendien is reistijd geen verliestijd meer. “Je kunt je tijd onderweg gebruiken om andere dingen te doen: werken bijvoorbeeld. Je hebt, met andere woorden, de gelegenheid om je tijd nuttig te besteden.” Je zult volgens hem ook minder vervoerscombinaties nodig. “Je hoeft, zoals nu bij het OV, niet meer van halte naar halte. Zo’n shuttle kan je thuis ophalen en bij je werk afzetten.”

Maar dat heeft nogal wat implicaties, benadrukt Van der Hoeven. “Een shuttle pakken kan zo goedkoop worden, dat iedereen er een pakt ten koste van het ov. Wat als iedereen met zo’n voertuig naar de binnenstad komt? Wat betekent dat voor parkeren? En wat als vervoersbedrijven hun shuttles leeg op de stadsring laten rondrijden?”

Gereed

Over dat soort vragen willen gemeentes nu al nadenken. “Automated vehicles zorgen voor een aantal maatschappelijke veranderingen: niet alleen wat betreft reiskosten en reistijd, maar ook wat betreft verkeersstromen en infrastructuur. Als overheden daar voorbereid op willen inspelen, hebben ze betere modellen nodig.”

Het nieuwe verkeersmodel voor Groningen moet in het najaar van 2020 gereed zijn. Het project wordt momenteel op afstand uitgevoerd via online meetings en data uitwisseling. Dit blijkt voor alle partijen vooralsnog prima te werken.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Jan Pieter Rottier is binnen ProMedia Group als redacteur en presentator verantwoordelijk voor evenementen, tv-uitzendingen en andere video-content, zoals webinars en online congressen. Daarnaast schrijft hij regelmatig voor de Personenvervoer en Verkeer-vakbladen VerkeersNet, OVPro en TaxiPro.

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.