Metro minder gemeden vanwege onveiligheid
Reizigers vinden de metro minder onveilig dan een paar jaar geleden. In 2005 gaf 13,2% van de metroreizigers aan het openbaar vervoer te mijden als gevolg van onveiligheidsgevoelens of het zelf meemaken van incidenten, in 2011 was dit 7,9% van de metroreizigers.
Dat blijkt uit de reizigersmonitor 2011 van KpVV die de objectieve en subjectieve veiligheid van de reizigers in het stads- en streekvervoer beschrijft. Ook over het totale stads- en streekvervoer bezien is het aandeel mensen dat het ov minder gebruikt vanwege onveiligheid gedaald van 9,7% in 2005 naar 7,0% in 2011.
Het gevoel van onveiligheid in het stads- en streekvervoer is in 2011 ten opzichte van 2010 overigens nauwelijks veranderd. Van alle reizigers is 7,0% in 2011 zelf slachtoffer geweest van één of meerdere incidenten. Reizigers worden, in lijn met voorgaande jaren, vooral slachtoffer van lastigvallen (3,0%), op afstand gevolgd door bedreiging (1,3%) en diefstal (1,1%). Mishandeling komt het minst vaak voor (0,8%). Net als in voorgaande jaren zijn in 2011 iets meer mannen dan vrouwen slachtoffer geworden van één of meer incidenten. Bij alle vervoerstypen blijken de jongste reizigers (van 12 -15 jaar) relatief het meest slachtoffer te worden van één of meer incidenten.
De reizigers waarderen in 2011 de veiligheid tijdens de rit met gemiddeld een 7,9 en de sociale veiligheid in het algemeen met een 7,5. De busreizigers geven de hoogste cijfers voor de rit (8,1) en in het algemeen (7,7) in 2011. De grootste stijging in de afgelopen jaar is waar te nemen bij metro en tram. Metroreizigers geven in 2011 een 7,6 voor de veiligheid tijdens de rit en een 7,1 in het algemeen voor de sociale veiligheid. In 2005 waren dat respectievelijk een 6,9 en een 6,5. De tramreiziger geeft voor de sociale veiligheid tijdens de rit in 2011 een 7,7 (t.o.v. een 7,2 in 2005). Het cijfers voor de sociale veiligheid in het algemeen was een 6,9. Dit is gestegen naar een 7,3 in 2011.