Tien vuistregels voor optimaal parkeerbeleid

Bij een gemiddelde bezettingsgraad van rond de 80 procent blijven parkeerplaatsen goed benut en wordt zoekverkeer tegengegaan. Dit is één van de vuistregels die parkeerdeskundigen aanhouden bij het implementeren van een parkeerstrategie.
Door de gebrek aan ruimte neemt de parkeerdruk op vele plaatsen toe. Maar er zijn ook parkeergarages die kampen met leegstand. Verandering van gedrag kan op verschillende manieren. Er kan bijvoorbeeld worden gekozen voor gedragsverandering via een ingreep in de infrastructuur, of via wet- en regelgeving, of via een campagne of beloning. De kunst is die maatregel te kiezen waarmee de verhouding tussen kosten, inspanning en effect optimaal is en maatwerk levert.
Een nieuwe publicatie Parkeren en gedrag van CROW geeft een totaaloverzicht van alle relevante kennis op die gebied aan de hand van literatuurstudies en actuele cases. De belangrijkste ‘lessons learned’ – soms gebaseerd op de literatuur, soms op enkele of meer praktijkcases – zijn vastgelegd in vuistregels.
We selecteerden er 10.
1. Parkeercomfort speelt vrijwel geen rol bij de keuze voor een bepaalde parkeerlocatie. Een gevoel van veiligheid is wel belangrijk.
2. Automobilisten die achteraf betalen parkeren gemiddeld zo’n 7% langer.
3. Bij een bezettingsgraad lager dan 83% heeft het toevoegen/weghalen van parkeercapaciteit weinig of geen invloed op het parkeergedrag. Bij een bezettingsgraad van tussen de 83%-95% leidt het toevoegen van een extra parkeerplaats tot ca. + 0,5 extra geparkeerde auto’s. Bij een bezettingsgraad > 95% leidt het toevoegen van een extra parkeerplaats tot ca. +1 extra geparkeerde auto.
4. De helft van de P+R gebruikers zou zonder dit overstappunt de gehele reis met de auto hebben gemaakt en een zesde met het OV.
5. Overdag is er bij bedrijven winkels en scholen zo’n 10 tot 15% restcapaciteit die onbenut blijft. In de avonduren staan parkeerplaatsen bij bedrijven en scholen veelal leeg. Deze restcapaciteit blijft grotendeels onbenut.
6. 56% van de automobilisten merkt de parkeerverwijssystemen op en 12% van de automobilisten laat zich leiden door parkeerverwijssystemen.
7. Reserveringsystemen kunnen de gemiddelde rijafstand van zoekverkeer met een factor 2 laten dalen ten opzichte van een ‘blind search’.
8. Bij een gemiddelde bezettingsgraad van rond de 80% blijven parkeerplaatsen goed benut en wordt zoekverkeer tegengegaan. Een gemiddelde bezettingsgraad van < 60% wordt vaak gezien als een teken dat parkeren ‘te duur’ is. Een gemiddelde bezettingsgraad van 90% wordt vaak gezien als teken dat parkeren ‘te goedkoop’ is.
9. Twee derde van alle parkeerplaatsen is publiek, een derde is privaat. Ervan uitgaande dat de helft niet altijd wordt gebruikt, kan met verhandelbare rechten de nettocapaciteit voor bezoekers verhoogd worden met maximaal 20%.
10. Een loyaliteitsprogramma kan leiden tot een 2-6% toename van de jaarlijkse revenu per klant.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.

Tien vuistregels voor optimaal parkeerbeleid - VerkeersNet

Tien vuistregels voor optimaal parkeerbeleid

Bij een gemiddelde bezettingsgraad van rond de 80 procent blijven parkeerplaatsen goed benut en wordt zoekverkeer tegengegaan. Dit is één van de vuistregels die parkeerdeskundigen aanhouden bij het implementeren van een parkeerstrategie.
Door de gebrek aan ruimte neemt de parkeerdruk op vele plaatsen toe. Maar er zijn ook parkeergarages die kampen met leegstand. Verandering van gedrag kan op verschillende manieren. Er kan bijvoorbeeld worden gekozen voor gedragsverandering via een ingreep in de infrastructuur, of via wet- en regelgeving, of via een campagne of beloning. De kunst is die maatregel te kiezen waarmee de verhouding tussen kosten, inspanning en effect optimaal is en maatwerk levert.
Een nieuwe publicatie Parkeren en gedrag van CROW geeft een totaaloverzicht van alle relevante kennis op die gebied aan de hand van literatuurstudies en actuele cases. De belangrijkste ‘lessons learned’ – soms gebaseerd op de literatuur, soms op enkele of meer praktijkcases – zijn vastgelegd in vuistregels.
We selecteerden er 10.
1. Parkeercomfort speelt vrijwel geen rol bij de keuze voor een bepaalde parkeerlocatie. Een gevoel van veiligheid is wel belangrijk.
2. Automobilisten die achteraf betalen parkeren gemiddeld zo’n 7% langer.
3. Bij een bezettingsgraad lager dan 83% heeft het toevoegen/weghalen van parkeercapaciteit weinig of geen invloed op het parkeergedrag. Bij een bezettingsgraad van tussen de 83%-95% leidt het toevoegen van een extra parkeerplaats tot ca. + 0,5 extra geparkeerde auto’s. Bij een bezettingsgraad > 95% leidt het toevoegen van een extra parkeerplaats tot ca. +1 extra geparkeerde auto.
4. De helft van de P+R gebruikers zou zonder dit overstappunt de gehele reis met de auto hebben gemaakt en een zesde met het OV.
5. Overdag is er bij bedrijven winkels en scholen zo’n 10 tot 15% restcapaciteit die onbenut blijft. In de avonduren staan parkeerplaatsen bij bedrijven en scholen veelal leeg. Deze restcapaciteit blijft grotendeels onbenut.
6. 56% van de automobilisten merkt de parkeerverwijssystemen op en 12% van de automobilisten laat zich leiden door parkeerverwijssystemen.
7. Reserveringsystemen kunnen de gemiddelde rijafstand van zoekverkeer met een factor 2 laten dalen ten opzichte van een ‘blind search’.
8. Bij een gemiddelde bezettingsgraad van rond de 80% blijven parkeerplaatsen goed benut en wordt zoekverkeer tegengegaan. Een gemiddelde bezettingsgraad van < 60% wordt vaak gezien als een teken dat parkeren ‘te duur’ is. Een gemiddelde bezettingsgraad van 90% wordt vaak gezien als teken dat parkeren ‘te goedkoop’ is.
9. Twee derde van alle parkeerplaatsen is publiek, een derde is privaat. Ervan uitgaande dat de helft niet altijd wordt gebruikt, kan met verhandelbare rechten de nettocapaciteit voor bezoekers verhoogd worden met maximaal 20%.
10. Een loyaliteitsprogramma kan leiden tot een 2-6% toename van de jaarlijkse revenu per klant.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.