
Betrouwbaarheid stedelijk OV schiet tekort
Reizigers verliezen veel tijd als het ov niet volgens de geplande dienstregeling rijdt. In een stad als Den Haag leidt dit voor de reizigers tot extra maatschappelijke kosten van circa €12 miljoen per jaar. Aanpassing van het lijnennet maar bijvoorbeeld ook het vasthouden van vroege voertuigen kan de betrouwbaarheid aanzienlijk opvoeren.
Er is overmatig veel aandacht voor de operationele fase van het openbaar vervoer. De planningsfase is onderbelicht. Dit concludeert Niels van Oort, senior adviseur Openbaar Vervoer bij Goudappel Coffeng in zijn proefschrift ‘Betrouwbaarheid stedelijk openbaar vervoer’. Volgens Van Oort is de mate van betrouwbaarheid van grote invloed op de vervoerskeuze van mensen cq. de kwaliteit van het openbaar vervoer in een stad. De betrouwbaarheid kan sterk worden verbeterd door daar meer aandacht te schenken in de planningsfase. Van Oort werkt in zijn proefschrift een aantal verbeteringen uit. Zo bepaalt bijvoorbeeld de configuratie van eindpunten, inclusief aantal sporen en wissels de verwachte vertraging per voertuig en daarmee de betrouwbaarheid van de dienstuitvoering. Verder is de lengte van de lijn van invloed op de mate van spreiding en daarmee op de betrouwbaarheid. Omgekeerd kunnen meerdere lijnen op een gezamenlijk traject een hogere betrouwbaarheid voor reizigers bieden dan één.
Lange intervallen zijn niet bevorderlijk voor de mate van betrouwbaarheid en de wachttijd voor reizigers. Het vasthouden van vroege voertuigen op de halte kan de betrouwbaarheid weer verhogen.
Het doorvoeren van dergelijke maatregelen kan kosten-effectief, adus Van Oort. Voor een stad als Den Haag zou €3 miljoen nodig zijn.