
‘Overheid faalt in parkeerbeleid’
De overheid heeft een grote invloed op de markt voor parkeren. De overheid bepaalt bijvoorbeeld het aantal parkeerplaatsen, het straattarief en verstrekt parkeervergunningen aan bewoners. Ruimte is echter schaars in Nederland, dus overheidsbeleid moet ervoor zorgen dat ruimte voor parkeren efficiënt wordt gebruikt. Daarin faalt de overheid, aldus prof. dr. Jos van Ommeren van VU Amsterdam.
Van Ommeren – die hier volgende week in zijn oratie in verband met zijn benoeming als hoogleraar Urban Economics dieper op ingaat – noemt als voorbeeld dat ongeveer 80% van mensen die met de auto naar het werk gaan parkeert bij hun werkgever. De werkgever rekent in het algemeen de kosten voor parkeren niet door aan de werknemer, terwijl de jaarlijkse kosten van een parkeerplaats gemiddeld € 800 zijn. Een van de belangrijkste redenen dat werkgevers de gemaakte kosten niet doorberekenen is het huidig belastingbeleid. Loon wordt wel belast, maar niet het gratis aanbieden van parkeerruimte. Dit leidt ertoe dat veel parkeerplaatsen worden gebruikt door werknemers die deze parkeerplaats zelf veel te duur zouden vinden als ze hiervoor zelf moeten betalen. Dit leidt tot welvaartskosten van minstens € 200 miljoen per jaar. Hier komen de kosten van files door extra autogebruik nog bovenop.
Maar volgens van Ommeren zijn er ook voorbeelden van succesvol parkeerbeleid. Er wordt in Nederland in het algemeen weinig gezocht naar parkeerplaatsen, behalve in woonbuurten van grote steden waar veel tijd verloren gaat aan zoeken.