Eerste MaaS-experiment helpt gemeente Rotterdam inspelen op de toekomst

Honderd Rotterdammers reizen sinds begin oktober vier maanden lang met allerlei soorten vervoersmiddelen: van het openbaar vervoer tot verschillende deelauto-, deelscooter- en deelfietssystemen in de stad. Een eigen auto – als ze die hebben – laten ze zoveel mogelijk staan. Dit allereerste MaaS-experiment van onder meer de gemeente Rotterdam, de Verkeersonderneming en de RET geeft inzicht in reisgedrag en –behoeften en sorteert alvast voor op de komst van Mobility as a Service.

Alle deelnemers krijgen een mobiliteitskaart met maandelijks budget. Hiermee kunnen zij reizen met verschillende vervoermiddelen en diensten. “We hebben een klein spelelement ingevoerd”, vertelt Daan Zegwaart, projectleider namens de Verkeersonderneming. “We zijn begonnen met een redelijk basic mobiliteitsaanbod. Dat wil zeggen dat ze een mobiliteitskaart hebben gekregen waarmee ze het OV kunnen gebruiken, maar ook de OV-fiets, fietsenstallingen op stations en de deelauto’s van GreenWheels. Komende maanden komen er steeds meer diensten bij. Mensen kunnen er laagdrempelig inkomen.”

Het vervoersaanbod coördineren doet De Mobiliteitsfabriek, legt Zegwaart uit. Deze partij is geselecteerd na een uitvraag aan de markt. “Zij zijn gespecialiseerd in dit soort experimenten. Op de Zuidas waren ze betrokken bij een project met leaserijders. De mobiliteitsfabriek heeft veel contact met vervoerders, en hebben ook een handige mobiliteitskaart die deelnemers kunnen gebruiken.”

Moeilijk bereikbare doelgroep

Honderd Rotterdammers doen mee. De bedoeling was om een afspiegeling te krijgen van de Rotterdamse samenleving, zegt Zegwaart. “Dit hebben we samen gedaan met Sezer, een organisatie die zich bezighoudt met diversiteit in de stad. We hebben ze met name ingeschakeld voor die – voor ons – moeilijk bereikbare doelgroep. Zij hebben ons geholpen om mensen uit allerlei gemeenschappen te benaderen en enthousiast te maken voor de pilot.”

Dat leidde al snel tot bijna zeshonderd aanmeldingen. Veel meer dan mee konden doen. Met selectie en loting is de definitieve groep geformeerd. Zegwaart is ervan overtuigd dat de groep inderdaad een goede afspiegeling van de Rotterdamse samenleving vormt.

De reisbewegingen van deze mensen worden heel precies in kaart gebracht. “Wij kunnen eigenlijk iedere reis zien”, legt Zegwaart uit. “Dat is hele mooie data. Samen met de kwalitatieve interviews die we afnemen. We hebben nu net vooraf met alle honderd gebruikers een interview gehad. Dat doen we gedurende het experiment nog een keer en na afloop ook. Daarnaast organiseren we nog wat borrel-achtige momenten waarop mensen hun ervaringen kunnen delen. Bovendien laten we ze onze mobiliteitsgeluksindex invullen. Dus ik denk dat we met deze combinatie van onderzoeksmethodes een volledig beeld kunnen krijgen van hoe deze mensen zich deze vier maanden gedragen en welke keuzes ze maken.”

Initiatiefnemer

De Verkeersonderneming, het samenwerkingsverband van onder meer de metropoolregio Rotterdam-Den Haag en de gemeente Rotterdam, is de initiatiefnemer van het project. “De Verkeersonderneming heeft al jaren het doel om spitsmijdingen te realiseren. Maar we doen ook steeds meer onderzoek naar het realiseren van mobiliteitsgeluk (het begrip dat antwoord moet geven op de vraag wat maakt dat mensen een bepaald vervoersmiddel kiezen of juist niet kiezen, red,).

Bovendien zagen we dat bij veel onderzoeken en projecten steeds een hele homogene groep meedeed: de blanke man van middelbare leeftijd. Maar met de opkomst van MaaS is het belangrijk om te weten: waar heeft de Rotterdammer behoefte aan en waar niet? Op het moment dat er een MaaS-dienst ontwikkeld is en je weet maar van de helft van de bevolking wat die wil, dat werkt niet. Het startpunt was dus niet MaaS, maar de gebruiker.”

Antwoord

De Verkeersonderneming doet het onderzoek grotendeels zelf: de opzet, de selectie, de diepte-interviews en de data-analyse (hoewel De Mobiliteitsfabriek bijspringt). De Mobiliteitsfabriek regelt alles op het gebied van vervoer. De gemeente heeft een sturende, begeleidende rol.

De rol van de gemeente is onderzoeken wat de mobiliteitsgebruiker beweegt en hoe de kennis hierover gebruikt kan worden voor het formuleren, aanscherpen en behalen van de beleidsdoelstellingen, vertelt Rosemarijn de Jong, senior adviseur Mobiliteit bij de gemeente Rotterdam. “We kunnen wel allerlei modaliteiten laten aanbieden of toestaan. Maar de vraag is: gaat iedereen daar wel gebruik van maken? Wil men dat wel? We hopen dat dit experiment ons op dit soort vragen antwoord geeft.”

Opstap

“Dit project is het eerste echte MaaS-project van de gemeente en de Verkeersonderneming”, vertelt De Jong. “Rond Rotterdam-The Hague Airport wel start een pilot waar een MaaS-dienst wordt ontwikkeld. De pilot geeft ruimte om alle aspecten rondom MaaS – technisch, organisatorisch – te ontwikkelen en om te onderzoeken wat de behoeftes zijn van reizigers en werknemers daar. Maar die pilot is een initiatief van de landelijke overheid en staat hier los van.” Het doel is om meer MaaS-pilots in Rotterdam en omgeving te starten, vertelt De Jong. “Er zijn gesprekken met verschillende aanbieders, maar er zijn nog geen concrete plannen. De huidige pilot kan hier zeker een opstap voor zijn.”

De Jong heeft ook tips voor andere gemeentes die MaaS-projecten of -pilots willen starten. “Het allerbelangrijkste is samenwerking zoeken met aanbieders én overheden en om samen je leerdoelen bepalen.” Ook Zegwaart ziet lessen. “Ik denk dat het heel belangrijk is dat je van tevoren niet teveel praat en nadenkt, maar dat je actie onderneemt. Dat hebben we ook in dit experiment gedaan. We weten niet exact het verloop of de uitkomsten, maar we gaan gewoon kijken wat er gebeurt. Ik denk dat dat ‘learning by doing-principe’ je op den duur veel verder helpt.” Daar is De Jong het roerend mee eens. “Absoluut. Dat vinden wij ook. Het is ook een beetje de Rotterdamse mentaliteit. Learning by doing. Maar dan wel gezamenlijk.”

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Eerste MaaS-experiment helpt gemeente Rotterdam inspelen op de toekomst - VerkeersNet

Eerste MaaS-experiment helpt gemeente Rotterdam inspelen op de toekomst

Honderd Rotterdammers reizen sinds begin oktober vier maanden lang met allerlei soorten vervoersmiddelen: van het openbaar vervoer tot verschillende deelauto-, deelscooter- en deelfietssystemen in de stad. Een eigen auto – als ze die hebben – laten ze zoveel mogelijk staan. Dit allereerste MaaS-experiment van onder meer de gemeente Rotterdam, de Verkeersonderneming en de RET geeft inzicht in reisgedrag en –behoeften en sorteert alvast voor op de komst van Mobility as a Service.

Alle deelnemers krijgen een mobiliteitskaart met maandelijks budget. Hiermee kunnen zij reizen met verschillende vervoermiddelen en diensten. “We hebben een klein spelelement ingevoerd”, vertelt Daan Zegwaart, projectleider namens de Verkeersonderneming. “We zijn begonnen met een redelijk basic mobiliteitsaanbod. Dat wil zeggen dat ze een mobiliteitskaart hebben gekregen waarmee ze het OV kunnen gebruiken, maar ook de OV-fiets, fietsenstallingen op stations en de deelauto’s van GreenWheels. Komende maanden komen er steeds meer diensten bij. Mensen kunnen er laagdrempelig inkomen.”

Het vervoersaanbod coördineren doet De Mobiliteitsfabriek, legt Zegwaart uit. Deze partij is geselecteerd na een uitvraag aan de markt. “Zij zijn gespecialiseerd in dit soort experimenten. Op de Zuidas waren ze betrokken bij een project met leaserijders. De mobiliteitsfabriek heeft veel contact met vervoerders, en hebben ook een handige mobiliteitskaart die deelnemers kunnen gebruiken.”

Moeilijk bereikbare doelgroep

Honderd Rotterdammers doen mee. De bedoeling was om een afspiegeling te krijgen van de Rotterdamse samenleving, zegt Zegwaart. “Dit hebben we samen gedaan met Sezer, een organisatie die zich bezighoudt met diversiteit in de stad. We hebben ze met name ingeschakeld voor die – voor ons – moeilijk bereikbare doelgroep. Zij hebben ons geholpen om mensen uit allerlei gemeenschappen te benaderen en enthousiast te maken voor de pilot.”

Dat leidde al snel tot bijna zeshonderd aanmeldingen. Veel meer dan mee konden doen. Met selectie en loting is de definitieve groep geformeerd. Zegwaart is ervan overtuigd dat de groep inderdaad een goede afspiegeling van de Rotterdamse samenleving vormt.

De reisbewegingen van deze mensen worden heel precies in kaart gebracht. “Wij kunnen eigenlijk iedere reis zien”, legt Zegwaart uit. “Dat is hele mooie data. Samen met de kwalitatieve interviews die we afnemen. We hebben nu net vooraf met alle honderd gebruikers een interview gehad. Dat doen we gedurende het experiment nog een keer en na afloop ook. Daarnaast organiseren we nog wat borrel-achtige momenten waarop mensen hun ervaringen kunnen delen. Bovendien laten we ze onze mobiliteitsgeluksindex invullen. Dus ik denk dat we met deze combinatie van onderzoeksmethodes een volledig beeld kunnen krijgen van hoe deze mensen zich deze vier maanden gedragen en welke keuzes ze maken.”

Initiatiefnemer

De Verkeersonderneming, het samenwerkingsverband van onder meer de metropoolregio Rotterdam-Den Haag en de gemeente Rotterdam, is de initiatiefnemer van het project. “De Verkeersonderneming heeft al jaren het doel om spitsmijdingen te realiseren. Maar we doen ook steeds meer onderzoek naar het realiseren van mobiliteitsgeluk (het begrip dat antwoord moet geven op de vraag wat maakt dat mensen een bepaald vervoersmiddel kiezen of juist niet kiezen, red,).

Bovendien zagen we dat bij veel onderzoeken en projecten steeds een hele homogene groep meedeed: de blanke man van middelbare leeftijd. Maar met de opkomst van MaaS is het belangrijk om te weten: waar heeft de Rotterdammer behoefte aan en waar niet? Op het moment dat er een MaaS-dienst ontwikkeld is en je weet maar van de helft van de bevolking wat die wil, dat werkt niet. Het startpunt was dus niet MaaS, maar de gebruiker.”

Antwoord

De Verkeersonderneming doet het onderzoek grotendeels zelf: de opzet, de selectie, de diepte-interviews en de data-analyse (hoewel De Mobiliteitsfabriek bijspringt). De Mobiliteitsfabriek regelt alles op het gebied van vervoer. De gemeente heeft een sturende, begeleidende rol.

De rol van de gemeente is onderzoeken wat de mobiliteitsgebruiker beweegt en hoe de kennis hierover gebruikt kan worden voor het formuleren, aanscherpen en behalen van de beleidsdoelstellingen, vertelt Rosemarijn de Jong, senior adviseur Mobiliteit bij de gemeente Rotterdam. “We kunnen wel allerlei modaliteiten laten aanbieden of toestaan. Maar de vraag is: gaat iedereen daar wel gebruik van maken? Wil men dat wel? We hopen dat dit experiment ons op dit soort vragen antwoord geeft.”

Opstap

“Dit project is het eerste echte MaaS-project van de gemeente en de Verkeersonderneming”, vertelt De Jong. “Rond Rotterdam-The Hague Airport wel start een pilot waar een MaaS-dienst wordt ontwikkeld. De pilot geeft ruimte om alle aspecten rondom MaaS – technisch, organisatorisch – te ontwikkelen en om te onderzoeken wat de behoeftes zijn van reizigers en werknemers daar. Maar die pilot is een initiatief van de landelijke overheid en staat hier los van.” Het doel is om meer MaaS-pilots in Rotterdam en omgeving te starten, vertelt De Jong. “Er zijn gesprekken met verschillende aanbieders, maar er zijn nog geen concrete plannen. De huidige pilot kan hier zeker een opstap voor zijn.”

De Jong heeft ook tips voor andere gemeentes die MaaS-projecten of -pilots willen starten. “Het allerbelangrijkste is samenwerking zoeken met aanbieders én overheden en om samen je leerdoelen bepalen.” Ook Zegwaart ziet lessen. “Ik denk dat het heel belangrijk is dat je van tevoren niet teveel praat en nadenkt, maar dat je actie onderneemt. Dat hebben we ook in dit experiment gedaan. We weten niet exact het verloop of de uitkomsten, maar we gaan gewoon kijken wat er gebeurt. Ik denk dat dat ‘learning by doing-principe’ je op den duur veel verder helpt.” Daar is De Jong het roerend mee eens. “Absoluut. Dat vinden wij ook. Het is ook een beetje de Rotterdamse mentaliteit. Learning by doing. Maar dan wel gezamenlijk.”

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.