Reistijden en emissies blijken minder elkaars tegenpolen

Reistijden en emissies blijken minder elkaars tegenpolen te zijn dan vaak wordt gedacht, aldus Lus Wismans. Wismans onderzocht in het kader van een promotie-onderzoek aan de Universiteit Twente optimalisatiestrategieën voor dynamisch verkeersmanagement: het verdelen van verkeer over verschillende wegen door de afstelling van verkeerslichten en variabele maximumsnelheden.

Daarbij ging het specifiek om het vraagstuk hoe verschillende beleidsdoelstellingen in relatie tot duurzaamheid met elkaar samenhingen. Oftewel is het zo dat wat goed is voor bijvoorbeeld de doorstroming, slecht kan zijn voor de verkeersveiligheid. Is een hogere maximumsnelheid op een traject altijd slecht voor het milieu? Wismans keek naar reistijden, fijnstof, geluidhinder, CO2-uitstoot en verkeersongevallen.
Hij onderzocht het verkeersgedrag in een bepaald gebied. Als zoveel mogelijk mensen gestaag kunnen doorrijden dient dat zowel de gemiddelde reistijd als de doelstellingen op het gebied van verminderde uitstoot aan schadelijke gassen, aldus de onderzoeker.
Het blijkt wel dat er altijd een bepaalde mate van conflict bestaat tussen de verschillende doelstellingen. Voor geluid wil je bijvoorbeeld de snelheid zoveel mogelijk temperen en voor verkeersveiligheid wil je het verkeer zo lang mogelijk op de relatief veilige snelwegen houden. Wismans: “Dan moet er dus echt een politieke afweging gemaakt worden. Wat vinden we belangrijker? In de huidige praktijk wordt er nog hoofdzakelijk geoptimaliseerd op reistijden en wordt hooguit getoetst of de uitkomst past binnen de gestelde milieunormen. Ik heb een instrumentarium ontwikkeld waarmee je alle beleidsdoelstellingen in de optimalisatie mee kunt nemen.”
Een tweede conclusie van de onderzoeker is de effectiviteit van ‘doseren’. Dat is het tegenhouden van verkeer omwille van de doorstroming of het stimuleren van een bepaalde routekeuze. Met slim gekozen doseerpunten is volgens de onderzoeker nog een wereld te winnen in Nederland. Wismans: “Doseren blijkt een generiek toepasbare strategie voor het verminderen van de negatieve neveneffecten van verkeer. Daarbij is het niet noodzakelijkerwijs waar dat het verlagen van de snelheidslimiet beter is voor bijvoorbeeld de luchtkwaliteit. Ik kijk dan naar het effect op het hele gebied. Als op een rondweg langzamer gereden gaat worden, kun je meer sluipverkeer door de stad krijgen bijvoorbeeld, De milieuwinst op de rondweg is eigenlijk een milieuverlies. In de huidige praktijk wordt helaas nog vaak partieel gekeken.” Wismans ontwikkelde zijn instrumentarium bij Goudappel Coffeng. Hij analyseerde zowel een fictief wegennetwerk alsook een representatief praktijkgebied rond Almelo.

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.