Een app op een smartphone is in principe het meest kansrijke alternatief om het gedrag van reizigers te monitoren. Dat is de conclusie van een onderzoek van KiM naar de vraag of je met nieuwe technische middelen de kwaliteit van data voor het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN) kunt verhogen.
Nederlanders verplaatsen zich veel vaker dan op basis van handmatig bijgehouden rittenboekjes wordt geregistreerd. Als hun reisgedrag automatisch wordt bijgehouden met behulp van een app, worden 30 procent meer verplaatsingen genoteerd.
De nieuwe cijfers van het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN 2014) zijn beschikbaar. Het OViN, opvolger van OVG en MON, zorgt voor actuele mobiliteitsinformatie die gebruikt wordt door beleidsmakers en onderzoekers op het gebied van personenmobiliteit.
Rijkswaterstaat en het Centraal Bureau voor de Statistiek voeren in 2015 voor de zesde keer het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN) uit. Rijkswaterstaat en CBS ondertekenden onlangs het contract voor de uitvoering van het OViN voor 2015 tot en met 2017. Het OViN wordt gebruikt voor analyse van de ontwikkelingen in de mobiliteit van de Nederlandse bevolking.
De nieuwe cijfers van het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN 2013) zijn beschikbaar. Het OViN, opvolger van OVG en MON, zorgt voor actuele mobiliteitsinformatie die gebruikt wordt door beleidsmakers en onderzoekers op het gebied van verkeer en vervoer.
De totale vervoersprestatie in Nederland is voor het eerst sinds 2000 lager dan het jaar er voor. Deze afname komt vooral doordat bestuurders ruim 3 procent minder autokilometers aflegden. De vervoersprestaties van de overige vervoerwijzen zijn slechts marginaal veranderd. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers uit het OViN-onderzoek.