Spookfietsers overtreffen soms gewone fietsers in aantal

spookrijden2Op sommige locaties worden meer spookfietsers geteld dan gewone fietsers. Maar opvallend genoeg levert dat weinig problemen op.

Dat blijkt uit een onderzoek dat student mobiliteit op de Hogeschool Windesheim Gijs Op de Weegh uitvoerde bij Arcadis en ROV Oost Nederland.

Hij onderzocht op een handvol locaties waar veel spookrijders werden gemeld wie het zijn, waarom ze spookrijden en wat er tegen te doen valt.

Motieven voor fietsers om tegen de richting in te rijden die eruit springen zijn lange wachttijden bij verkeerslichten cq. drukke oversteken, niet willen omrijden en wanneer een tweerichtingsfietspad overgaat naar een éénrichtingsfietspad.

Bij de meeste onderzochte locaties lag het percentage spookfietsers tussen de 20 en 30% maar er waren ook locaties waar het aantal spookrijders veel hoger lag, tot 70 % aan toe.

Soms leidt dat tot onverwachte manoeuvres.  Rond de helft van de ondervraagde spookrijders gaf aan dat men wel eens moet uitwijken als gevolg van het spookrijden, bij de tegenliggers lag dit rond de 20%. Alleen bij het motief van een tweerichtingsfietspad naar een éénrichtingsfietspad lag dit percentage bij de tegenliggers rond de 40%. Het aantal ondervraagden dat een ongeval heeft gehad lag tussen de 0 en 20%. Wederom lag dit percentage hoger bij het laatste motief.

Het algemene beeld is echter dat spookrijden tot weinig ongevallen leidt. Dat brengt Op de Weegh zelfs tot de conclusie dat je er soms beter aan doet spookrijden te gedogen in situaties waar de fietsers omrijden proberen te vermijden, als sprake is van een  grote stroom spookfietsers en weinig tegenliggers. Infrastructurele aanpassingen kosten vaak teveel en de kans bestaat dat fietsers dan kiezen voor een minder veilige plek om te gaan spookrijden. Bij verkeerslichten kunnen  wachttijdmelders wellicht helpen, om fietsers te informeren over hun wachttijd.

Waar een tweerichtingsfietspad overgaat in een éénrichtingsfietspad is het zaak aandacht te besteden aan de manier waarop de overgang is geregeld als de fietsers moeten oversteken voor hun vervolg. Deze oversteek moet in de ogen van de fietser weinig tijd in beslag nemen waardoor het niet aantrekkelijk is om te gaan spookfietsen.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Spookfietsers overtreffen soms gewone fietsers in aantal - VerkeersNet

Spookfietsers overtreffen soms gewone fietsers in aantal

spookrijden2Op sommige locaties worden meer spookfietsers geteld dan gewone fietsers. Maar opvallend genoeg levert dat weinig problemen op.

Dat blijkt uit een onderzoek dat student mobiliteit op de Hogeschool Windesheim Gijs Op de Weegh uitvoerde bij Arcadis en ROV Oost Nederland.

Hij onderzocht op een handvol locaties waar veel spookrijders werden gemeld wie het zijn, waarom ze spookrijden en wat er tegen te doen valt.

Motieven voor fietsers om tegen de richting in te rijden die eruit springen zijn lange wachttijden bij verkeerslichten cq. drukke oversteken, niet willen omrijden en wanneer een tweerichtingsfietspad overgaat naar een éénrichtingsfietspad.

Bij de meeste onderzochte locaties lag het percentage spookfietsers tussen de 20 en 30% maar er waren ook locaties waar het aantal spookrijders veel hoger lag, tot 70 % aan toe.

Soms leidt dat tot onverwachte manoeuvres.  Rond de helft van de ondervraagde spookrijders gaf aan dat men wel eens moet uitwijken als gevolg van het spookrijden, bij de tegenliggers lag dit rond de 20%. Alleen bij het motief van een tweerichtingsfietspad naar een éénrichtingsfietspad lag dit percentage bij de tegenliggers rond de 40%. Het aantal ondervraagden dat een ongeval heeft gehad lag tussen de 0 en 20%. Wederom lag dit percentage hoger bij het laatste motief.

Het algemene beeld is echter dat spookrijden tot weinig ongevallen leidt. Dat brengt Op de Weegh zelfs tot de conclusie dat je er soms beter aan doet spookrijden te gedogen in situaties waar de fietsers omrijden proberen te vermijden, als sprake is van een  grote stroom spookfietsers en weinig tegenliggers. Infrastructurele aanpassingen kosten vaak teveel en de kans bestaat dat fietsers dan kiezen voor een minder veilige plek om te gaan spookrijden. Bij verkeerslichten kunnen  wachttijdmelders wellicht helpen, om fietsers te informeren over hun wachttijd.

Waar een tweerichtingsfietspad overgaat in een éénrichtingsfietspad is het zaak aandacht te besteden aan de manier waarop de overgang is geregeld als de fietsers moeten oversteken voor hun vervolg. Deze oversteek moet in de ogen van de fietser weinig tijd in beslag nemen waardoor het niet aantrekkelijk is om te gaan spookfietsen.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.