Slaapmiddelen voor iedereen een risico in het verkeer
Slecht slapen en dan maar een slaappil? Of geen slaappil, en dan maar knikkebollen achter het stuur? Volgens Tim Leufkens van de universiteit van Maastricht valt dat knikkebollen in ieder geval alles mee. Patiënten met onbehandelde slapeloosheid rijden gemiddeld helemaal niet slechter dan gezonde, goede slapers. De rijvaardigheid onder invloed van slaapmedicatie verslechtert echter hoe dan ook, ongeacht of men man of vrouw is, jong of oud, voor de eerste keer medicatie gebruikt of dit al jaren doet.
Leufkens deed naar dit soort vragen promotieonderzoek aan de universiteit van Maastricht. Hij onderzocht of de bijwerkingen anders uitzien bij gezonde ouderen, onbehandelde patiënten met slapeloosheid en patiënten die langdurig slaapmedicatie gebruiken.
De gemiddelde patiënt met slapeloosheid is ouder, slaapt slecht en gebruikt de medicatie gedurende lange tijd. Een ouder iemand zou gevoeliger kunnen zijn voor de resteffecten van slaapmedicatie en zou dus ’s ochtends veel slechter rijden dan een jonge proefpersoon. Een slechte slaper zou echter veel voordeel hebben van een slaappil en de vermeende effecten van slapeloosheid op rijvaardigheid zouden opgeheven worden door de verbeterde slaap a.g.v. de medicatie. De rijvaardigheid zou dan daardoor weer beter zijn dan wanneer een patiënt met slapeloosheid geen slaappil zou nemen.
Tot slot zou het langdurig gebruik van slaapmedicatie ervoor zorgen dat er gewenning optreedt voor de verslechterende effecten van slaapmedicatie. De verslechterde rijvaardigheid bij jonge proefpersonen die niet gewend zijn aan de effecten van een slaappil zou dan wel eens een overschatting kunnen zijn.
Leufkens kwam in zijn onderzoek tot de volgende conclusies:
•Ouderen (tot 75 jaar) zijn niet gevoeliger voor de resteffecten van slaapmedicatie op rijvaardigheid dan jongeren.
•Patiënten met onbehandelde slapeloosheid rijden gemiddeld helemaal niet slechter dan gezonde, goede slapers. De meeste patiënten konden moeiteloos een saaie rijtest van ongeveer één uur uitvoeren.
•Langdurig gebruik van slaapmedicatie vermindert weliswaar de verslechterende effecten van slaapmedicatie op rijvaardigheid, maar leidt niet noodzakelijk tot een afwezigheid van die effecten.
•De grootste groep gebruikers van slaapmiddelen zijn vrouwen (ongeveer 2/3). Effecten van geneesmiddelen zijn soms sterker in vrouwen dan in mannen, bijv. omdat ze gemiddeld kleiner zijn en verhoudingsgewijs meer lichaamsvet hebben. De resultaten lieten echter zien dat vrouwen niet gevoeliger zijn voor de resteffecten van slaapmiddelen op rijvaardigheid dan mannen.
Leufkens vond verder dat het ‘nieuwe’ slaapmiddel zopiclon (Imovane) door een groot deel van de huisartsen boven de conventionele ‘ouderwetse’ benzodiazepinen verkozen. Een belangrijke reden hiervoor is dat huisartsen van mening zijn dat zopiclon veilig is in termen van rijvaardigheid. Aangetoond werd volgens Leufkens dat deze mening bijgesteld moet worden. Zopiclon heeft 10 uur na inname nog steeds een significant verslechterend effect op de rijvaardigheid.
De algemene conclusie van Leufkens is dat bijwerkingen zich niet anders manifesteren in patiënten, hoewel dat vaak wordt aangenomen. Duidelijk moet zijn, aldus Tim Leufkens, dat mensen zich bewust moeten worden van de gevaren van slaapmiddelen in relatie tot de rijvaardigheid. De rijvaardigheid onder invloed van slaapmedicatie verslechtert hoe dan ook, ongeacht of men man of vrouw is, jong of oud, voor de eerste keer medicatie gebruikt of dit al jaren doet.