Ambulance

Meer aandacht voor verantwoordelijkheden in hernieuwd Duurzaam Veilig Wegverkeer

SWOV heeft de in de jaren negentig ontwikkelde visie Duurzaam Veilig Wegverkeer (DV3) geactualiseerd. In de nieuwe versie zijn de verkeersveiligheidsprincipes vernieuwd. Ook is er meer aandacht voor nieuwe en nog veelvoorkomende ernstige ongevallen. DV3 benadrukt daarnaast explicieter de specifieke verantwoordelijkheid van verschillende betrokken partijen. Het is de bedoeling om hier tot 2030 mee vooruit te kunnen.

Duurzaam Veilig Wegverkeer is volgens veel verkeersveiligheidsprofessionals de optimale manier om de verkeersveiligheid in Nederland te verbeteren. Het idee is dat de onderliggende risico’s van het gehele verkeerssysteem teruggedrongen moeten worden. Vooral dat voorkomt namelijk doden, ernstig gewonden en blijvend letsel. Centraal staat daarbij de menselijke maat: door uit te gaan van behoeften, competenties, beperkingen en kwetsbaarheid van mensen kan het verkeerssysteem op een realistische wijze maximaal veilig worden uitgewerkt.

De aanleiding voor de hernieuwing is tweeledig. Het gaat al een aantal jaren niet goed met de verkeersveiligheid, stelt SWOV: zowel het aantal ernstig verkeersgewonden als het aantal verkeersdoden stijgt. Een specifiek probleem, ziet de verkeersveiligheidsorganisatie, vormt de veiligheid van fietsers: er zijn teveel doden als ernstig gewonden onder deze groep.

Vergrijzing

De maatschappij verandert ook, schrijft SWOV. De vergrijzing neemt toe, steden stromen vol en rurale gebieden lopen leeg en steeds meer verkeerstaken worden geautomatiseerd. De politiek zet bovendien in op decentralisatie, meer aandacht voor gedeelde verantwoordelijkheden.

Hoog tijd dus om Duurzaam Veilig Wegverkeer te actualiseren, vindt de onderzoeksorganisatie. De laatste versie stamt uit 2005. Dat betrof een hernieuwing van de eerste editie. Die ontstond gaandeweg in de jaren negentig. In 1995 eerst met een klein aantal demonstratieprojecten en in 1997 met een daadwerkelijk convenant Startprogramma Duurzaam Veilig, ondertekend door alle wegbeheerders.

Nederland was met de visie op een duurzaam veilig wegverkeer – naast Zweden – een van de eerste landen die de ‘safe system’-aanpak daadwerkelijk in de praktijk bracht.

Hernieuwde aandacht

In 2005 ziet de eerste actualisatie het licht: Door met Duurzaam Veilig. Dit leidde tot hernieuwde aandacht voor het gedachtegoed, onder meer door twee nieuwe principes: vergevingsgezindheid en statusonderkenning. Beleidsmakers gingen door op de ingeslagen weg. Maar door gebrek aan coördinatie en middelen, en als gevolg van diverse barrières zien nemen de aantallen verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden de laatste jaren weer toe, stelt SWOV.

In de nieuwe versie zijn nieuwe accenten gelegd. DV3 heeft meer aandacht voor nieuwe en nog veelvoorkomende
ernstige ongevallen. Zo is er met name meer aandacht voor fietsongevallen zonder betrokkenheid van
gemotoriseerd verkeer. DV3 benadrukt explicieter de specifieke verantwoordelijkheid van verschillende actoren om
een duurzaam veilig wegverkeer te realiseren. Verkeersprofessionals zijn hierbij cruciaal, óók als het probleem het gedrag van verkeersdeelnemers is, stelt SWOV.

Risicofactoren

De samenstellers van de visie sturen explicieter op risicofactoren in het verkeer. Deze kunnen als belangrijke tussendoelen dienen en kunnen goede aanknopingspunten bieden voor afspraken over de bijdrage van de verschillende verantwoordelijke actoren aan verkeersveiligheid. Tenslotte zijn de verkeersveiligheidsprincipes verbreed en onderscheiden in drie ontwerpprincipes en twee organisatieprincipes.

Tekst gaat verder onder de video

Het eerste principe is functionaliteit van wegen. Daarmee wordt bedoeld dat elke weg maar èèn functie mag hebben: stromen of uitwisselen/interactie. Het tweede is wetmatigheden uit de (bio) mechanica. Dit houdt in dat verkeersstromen en vervoerswijzen idealiter op elkaar zijn afgestemd in snelheid, richting, massa, afmetingen en mate van bescherming. Psychologica is het derde principe. Het uitgangspunt hierbij is dat de inrichting van het verkeerssysteem goed is afgestemd op de gangbare competenties en verwachtingen van vooral oudere verkeersdeelnemers.

Blijven leren en innoveren

Deze drie ontwerpprincipes worden aangedreven door twee organisatieprincipes. Allereerst: effectief belegde verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheden zijn zodanig verankerd dat ze een maximaal verkeersveiligheidsresultaat garanderen voor iedere verkeersdeelnemer en ook dat ze optimaal aansluiten bij ieders de natuurlijke rollen en beweegredenen. Het laatste principe is blijven leren en innoveren in het verkeerssysteem. Dat betekent onderzoek naar oorzaken en effectieve maatregelen doen, deze innovaties implementeren, controleren en waar nodig bijstellen.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Meer aandacht voor verantwoordelijkheden in hernieuwd Duurzaam Veilig Wegverkeer - VerkeersNet
Ambulance

Meer aandacht voor verantwoordelijkheden in hernieuwd Duurzaam Veilig Wegverkeer

SWOV heeft de in de jaren negentig ontwikkelde visie Duurzaam Veilig Wegverkeer (DV3) geactualiseerd. In de nieuwe versie zijn de verkeersveiligheidsprincipes vernieuwd. Ook is er meer aandacht voor nieuwe en nog veelvoorkomende ernstige ongevallen. DV3 benadrukt daarnaast explicieter de specifieke verantwoordelijkheid van verschillende betrokken partijen. Het is de bedoeling om hier tot 2030 mee vooruit te kunnen.

Duurzaam Veilig Wegverkeer is volgens veel verkeersveiligheidsprofessionals de optimale manier om de verkeersveiligheid in Nederland te verbeteren. Het idee is dat de onderliggende risico’s van het gehele verkeerssysteem teruggedrongen moeten worden. Vooral dat voorkomt namelijk doden, ernstig gewonden en blijvend letsel. Centraal staat daarbij de menselijke maat: door uit te gaan van behoeften, competenties, beperkingen en kwetsbaarheid van mensen kan het verkeerssysteem op een realistische wijze maximaal veilig worden uitgewerkt.

De aanleiding voor de hernieuwing is tweeledig. Het gaat al een aantal jaren niet goed met de verkeersveiligheid, stelt SWOV: zowel het aantal ernstig verkeersgewonden als het aantal verkeersdoden stijgt. Een specifiek probleem, ziet de verkeersveiligheidsorganisatie, vormt de veiligheid van fietsers: er zijn teveel doden als ernstig gewonden onder deze groep.

Vergrijzing

De maatschappij verandert ook, schrijft SWOV. De vergrijzing neemt toe, steden stromen vol en rurale gebieden lopen leeg en steeds meer verkeerstaken worden geautomatiseerd. De politiek zet bovendien in op decentralisatie, meer aandacht voor gedeelde verantwoordelijkheden.

Hoog tijd dus om Duurzaam Veilig Wegverkeer te actualiseren, vindt de onderzoeksorganisatie. De laatste versie stamt uit 2005. Dat betrof een hernieuwing van de eerste editie. Die ontstond gaandeweg in de jaren negentig. In 1995 eerst met een klein aantal demonstratieprojecten en in 1997 met een daadwerkelijk convenant Startprogramma Duurzaam Veilig, ondertekend door alle wegbeheerders.

Nederland was met de visie op een duurzaam veilig wegverkeer – naast Zweden – een van de eerste landen die de ‘safe system’-aanpak daadwerkelijk in de praktijk bracht.

Hernieuwde aandacht

In 2005 ziet de eerste actualisatie het licht: Door met Duurzaam Veilig. Dit leidde tot hernieuwde aandacht voor het gedachtegoed, onder meer door twee nieuwe principes: vergevingsgezindheid en statusonderkenning. Beleidsmakers gingen door op de ingeslagen weg. Maar door gebrek aan coördinatie en middelen, en als gevolg van diverse barrières zien nemen de aantallen verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden de laatste jaren weer toe, stelt SWOV.

In de nieuwe versie zijn nieuwe accenten gelegd. DV3 heeft meer aandacht voor nieuwe en nog veelvoorkomende
ernstige ongevallen. Zo is er met name meer aandacht voor fietsongevallen zonder betrokkenheid van
gemotoriseerd verkeer. DV3 benadrukt explicieter de specifieke verantwoordelijkheid van verschillende actoren om
een duurzaam veilig wegverkeer te realiseren. Verkeersprofessionals zijn hierbij cruciaal, óók als het probleem het gedrag van verkeersdeelnemers is, stelt SWOV.

Risicofactoren

De samenstellers van de visie sturen explicieter op risicofactoren in het verkeer. Deze kunnen als belangrijke tussendoelen dienen en kunnen goede aanknopingspunten bieden voor afspraken over de bijdrage van de verschillende verantwoordelijke actoren aan verkeersveiligheid. Tenslotte zijn de verkeersveiligheidsprincipes verbreed en onderscheiden in drie ontwerpprincipes en twee organisatieprincipes.

Tekst gaat verder onder de video

Het eerste principe is functionaliteit van wegen. Daarmee wordt bedoeld dat elke weg maar èèn functie mag hebben: stromen of uitwisselen/interactie. Het tweede is wetmatigheden uit de (bio) mechanica. Dit houdt in dat verkeersstromen en vervoerswijzen idealiter op elkaar zijn afgestemd in snelheid, richting, massa, afmetingen en mate van bescherming. Psychologica is het derde principe. Het uitgangspunt hierbij is dat de inrichting van het verkeerssysteem goed is afgestemd op de gangbare competenties en verwachtingen van vooral oudere verkeersdeelnemers.

Blijven leren en innoveren

Deze drie ontwerpprincipes worden aangedreven door twee organisatieprincipes. Allereerst: effectief belegde verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheden zijn zodanig verankerd dat ze een maximaal verkeersveiligheidsresultaat garanderen voor iedere verkeersdeelnemer en ook dat ze optimaal aansluiten bij ieders de natuurlijke rollen en beweegredenen. Het laatste principe is blijven leren en innoveren in het verkeerssysteem. Dat betekent onderzoek naar oorzaken en effectieve maatregelen doen, deze innovaties implementeren, controleren en waar nodig bijstellen.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.