ouderen

Verkeerseducatie bereikt slechts een fractie van de ouderen

ouderen

ouderenSlechts een fractie de ouderen wordt met verkeerseducatie bereikt. Bovendien is het de vraag in hoeverre voorlichting en training echt helpt om de veiligheid te vergroten. En maatregelen worden zelden geëvalueerd.

Dat blijkt uit een studie van Rijkswaterstaat naar de verkeersveiligheid van ouderen in het verkeer.

In veel gemeenten wordt in samenwerking met partijen zoals VVN, Blijf Veilig Mobiel, ANWB en Fietsersbond aan educatie gewerkt. Maar in de praktijk wordt slechts een klein deel van de ouderen bereikt. En waarschijnlijk is dat al de meest gemotiveerde groep, zo stelt het rapport.

In een gemeente als Veenendaal bijvoorbeeld doen 150 mensen per jaar mee aan de zogenaamde BROEM-cursus voor oudere automobilisten. Dat is niet meer dan 1,6% van het aantal 65+-ers in de gemeente. In Veendam volgen jaarlijks 26 mensen een scootmobielcursus, hetgeen neerkomt op een deelname van 0,5% van de 65-plussers. En in de regio Arhem-Nijmegen werden Fietsvaardigheidstrainingen gevolgd door 180 mensen, dat komt is 0,2% van het totale aantal ouderen.

Bovendien zijn de meest activiteiten op dit vlak gericht op het zogenaamde operationele en tactische niveau, dat wil zeggen het opfrissen van regelkennis, testen van de gezichtsscherpte en voertuigbeheersing. En dat heeft volgens wetenschappers maar beperkt effect. Dat gedrag is grotendeels geautomatiseerd en onbewust waardoor het moeilijker te beïnvloeden is met voorlichting. Bovendien is het verband tussen dergelijk factoren en de verkeersonveiligheid nauwelijks aantoonbaar, zo stellen wetenschappers.

In het algemeen gaan wetenschappers er vanuit dat educatieve maatregelen het meeste effect sorteren als ze ingrijpen op meerdere niveaus, van operationeel en tactisch tot strategisch en op lifestyle niveau (voorafgaand aan verkeersdeelname), aldus het rapport.

Voor dat strategische/lifestyle niveau, bijvoorbeeld aanschaf van vervoersmiddelen, keuze van vervoerswijze, routekeuze, afstemming van de eigen vaardigheden op omstandigheden bij verplaatsingen is nu beduidend minder aandacht.

Daar komt nog bij dat educatieve maatregelen voor ouderen in ons land nog nauwelijks op effectiviteit zijn geëvalueerd.

Het rapport pleit er onder meer voor om in de keuring van automobilisten vanaf 75 jaar meer aan voorlichting te doen.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.

Verkeerseducatie bereikt slechts een fractie van de ouderen - VerkeersNet
ouderen

Verkeerseducatie bereikt slechts een fractie van de ouderen

ouderenSlechts een fractie de ouderen wordt met verkeerseducatie bereikt. Bovendien is het de vraag in hoeverre voorlichting en training echt helpt om de veiligheid te vergroten. En maatregelen worden zelden geëvalueerd.

Dat blijkt uit een studie van Rijkswaterstaat naar de verkeersveiligheid van ouderen in het verkeer.

In veel gemeenten wordt in samenwerking met partijen zoals VVN, Blijf Veilig Mobiel, ANWB en Fietsersbond aan educatie gewerkt. Maar in de praktijk wordt slechts een klein deel van de ouderen bereikt. En waarschijnlijk is dat al de meest gemotiveerde groep, zo stelt het rapport.

In een gemeente als Veenendaal bijvoorbeeld doen 150 mensen per jaar mee aan de zogenaamde BROEM-cursus voor oudere automobilisten. Dat is niet meer dan 1,6% van het aantal 65+-ers in de gemeente. In Veendam volgen jaarlijks 26 mensen een scootmobielcursus, hetgeen neerkomt op een deelname van 0,5% van de 65-plussers. En in de regio Arhem-Nijmegen werden Fietsvaardigheidstrainingen gevolgd door 180 mensen, dat komt is 0,2% van het totale aantal ouderen.

Bovendien zijn de meest activiteiten op dit vlak gericht op het zogenaamde operationele en tactische niveau, dat wil zeggen het opfrissen van regelkennis, testen van de gezichtsscherpte en voertuigbeheersing. En dat heeft volgens wetenschappers maar beperkt effect. Dat gedrag is grotendeels geautomatiseerd en onbewust waardoor het moeilijker te beïnvloeden is met voorlichting. Bovendien is het verband tussen dergelijk factoren en de verkeersonveiligheid nauwelijks aantoonbaar, zo stellen wetenschappers.

In het algemeen gaan wetenschappers er vanuit dat educatieve maatregelen het meeste effect sorteren als ze ingrijpen op meerdere niveaus, van operationeel en tactisch tot strategisch en op lifestyle niveau (voorafgaand aan verkeersdeelname), aldus het rapport.

Voor dat strategische/lifestyle niveau, bijvoorbeeld aanschaf van vervoersmiddelen, keuze van vervoerswijze, routekeuze, afstemming van de eigen vaardigheden op omstandigheden bij verplaatsingen is nu beduidend minder aandacht.

Daar komt nog bij dat educatieve maatregelen voor ouderen in ons land nog nauwelijks op effectiviteit zijn geëvalueerd.

Het rapport pleit er onder meer voor om in de keuring van automobilisten vanaf 75 jaar meer aan voorlichting te doen.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.