UITP: OV is nog nooit zo belangrijk geweest

Overheden moeten hun uiterste best doen om ervoor te zorgen dat het OV-personeel de juiste informatie, financiële middelen en medische ondersteuning heeft om het werk goed te kunnen uitvoeren tijdens de coronacrisis. Juist in deze tijden is het van cruciaal belang dat het openbaar vervoer kan blijven rijden, maar ook moeten regelingen worden getroffen zodat het OV op langere termijn overleeft. Dat schrijft de UITP, de Europese branchevereniging voor het openbaar vervoer, in een brief aan de presidenten van de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europese Parlement. 

In de brief maakt de UITP aan Brussel duidelijk hoe belangrijk het is dat openbaar vervoer blijft bestaan. Vooral voor werknemers die nog steeds op regelmatige basis gebruikmaken van een goed functionerend transportsysteem voor hun werkzaamheden en hun dagelijkse leven. Maar dat vereist in de huidige onzekerheid wel dat werkgevers maatregelen moeten nemen voor de gezondheid en veiligheid van werknemers en passagiers. Daarvoor is advies en kennis nodig, om nog maar niet te spreken over voldoende geld.

Financiën

In de brief wordt gewezen op de grote financiële consequenties van deze pandemie. Hoewel de uiteindelijke gevolgen momenteel nog niet te overzien zijn, is al in verschillende Europese landen te merken dat de impact bijna onvoorstelbaar groot is. De genomen maatregelen betekenen vaak minder inkomsten door teruggelopen klandizie en extra kosten, omdat voertuigen vaker ontsmet moeten worden en vanwege de maatregel dat iedereen zeker anderhalve meter afstand moet houden.

Die impact is dusdanig groot dat er op hele korte termijn ingegrepen moet worden door de overheid. De Commissie is voornemens een speciale clausule in te zetten voor meer flexibiliteit in het budget en dit plan wordt verwelkomd door de UITP. “We verzoeken de Raad om dit voorstel te steunen: budgettaire flexibiliteit is nu cruciaal om lidstaten en lokale overheden de vrijheid te geven om adequaat te reageren op deze crisis.”

Ook vanaf het moment dat situatie rondom het virus zich zal stabiliseren, zal het OV een cruciale rol spelen bij het opnieuw opstarten van de Europese economie, meent de UITP. Dat er nu voor gezorgd moet worden dat vervoerders toegang blijven hebben tot voldoende financiele middelen is dus onbetwistbaar, zodat er ook in de toekomst voldoende capaciteit beschikbaar blijft. “Ook na de COVID19-crisis dient financiële steun te worden verleend aan de belanghebbenden in de passagiersvervoerssector, aangezien dit alleen zal bijdragen tot het daaropvolgende economische herstel.”

Europese maatregelen

Momenteel houdt het overgrote deel van de vervoerders in Europa zich al aan lokale en nationale regels en vaak worden ook geleerde lessen onderling uitgewisseld, zodat de verschillende bedrijven elkaar kunnen helpen. Maar de UITP benadrukt dat steun van alle Europese instanties en lidstaten nodig is om meer effectief de verdere verspreiding van corona tegen te kunnen gaan.

Dan gaat het net name om het delen van accurate informatie over manieren om besmetting te voorkomen, het verstrekken van ontsmettingsmiddel aan personeel, met name chauffeurs en bestuurders, en het beperken van contact tussen personeel en reizigers en reizigers onderling. Dit zijn regels die in Nederland al worden opgevolgd door de verschillende vervoerders. Maar de UITP vraagt nog meer.

Vitale beroepen

Het is begrijpelijk dat er nu lijnen worden geschrapt, aangezien de vraag drastisch is teruggelopen. De meeste Europese landen hebben een dringend verzoek gedaan aan mensen om zo veel mogelijk thuis te blijven. De UITP vraagt alle vervoerders om in ieder geval OV beschikbaar te houden voor personeel in de zorgsector of andere vitale beroepen. In Frankrijk werd onlangs zelfs besloten door de SNCF om al het zorgpersoneel gratis toegang te geven tot de treinen. De OV-sector in Nederland heeft aangegeven zo lang mogelijk te willen blijven rijden, al is dit niet gratis.

Bovendien wil de brancheorganisatie dat een deel van het personeel niet meer wordt gevraagd om zijn werkzaamheden nog uit te voeren. Dan gaat het bijvoorbeeld om medewerkers die ouder dan 60 jaar zijn of medewerkers met chronische gezondheidsproblemen. Dit zijn namelijk mensen die binnen de risicogroep voor de ziekte Covid-19 vallen en dus veel gevaar lopen om de ziekte op te lopen.

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.