Leiden ontwikkelt eigen parkeernormen

Leiden bereidt de introductie van eigen parkeernormen voor. Die wijken op een aantal punten af van de normen in het ASVV. De aanpassingen betreffen onder andere een zone-indeling en de introductie van de koopprijs als maatstaf voor de parkeernorm bij woningen.

Leiden gaat de stad indelen in vijf zones waarvoor eigen parkeernormen gelden. Men onderscheidt de binnenstad, een schil rond de binnenstad, het station, een schil rond het station en de rest van de stad. Voorwaarde om daar iets nieuws te mogen bouwen is dat er op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd of gebouwd. Bij de berekening van het aantal benodigde parkeerplaatsen wordt rekening gehouden met de parkeervraag van de bestaande situatie. Uitgangspunt is dat de parkeervraag van het laatste gebruik van het gebouw of terrein wordt afgetrokken van de berekende parkeervraag van de nieuwe situatie. Het resultaat van deze aftreksom is de parkeereis.

Nieuw is ook dat bij woningen niet meer de koopprijs als maatstaf wordt gehanteerd, maar het oppervlak. Dat betekent bijvoorbeeld dat voor een koopwoning van 120 m2 afhankelijk van de locatie een parkeernorm wordt aangehouden die varieert van 1,3 tot 2.

Op de regels kan de gemeente – nadat de regeling is goedgekeurd door de gemeenteraad – uitzonderingen maken. Bijvoorbeeld als het gaat om studentenwoningen, kinderopvang, scholen e.d. En als door een bedrijf wordt aangetoond dat inspanningen worden verricht om het gebruik van de auto door de gebruikers van die bedrijven en instellingen te beperken, kan de gemeente een lagere parkeernorm voorschrijven.

 

 

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.