30 tot 50 procent in doelgroepenververvoer kan overstappen naar reguliere ov

Van het collectieve doelgroepenvervoer maken 680.000 tot 760.000 mensen gebruik. Een groot deel zou – met wat extra ondersteuning – ook met het gewone ov kunnen reizen.

In het rapport Integratie doelgroepenvervoer en OV geeft adviesbureau MuConsult een overzicht van de stand van zaken rond het doelgroepenvervoer.

Met dit vervoer is nu een bedrag van circa 680 tot 760 miljoen gemoeid. Omvangrijke groepen zijn Wmo’ers en leerlingen die naar het speciaal onderwijs gaan. Door vergrijzing en een stijgende vraag naar mobiliteit zal dit aantal nog toenemen.

Reizigers in het doelgroepenvervoer willen graag gebruik maken van het openbaar vervoer als ze daartoe in staat zijn, aldus het rapport. Geschat wordt dat 30-50% van de reizigers in het doelgroepenvervoer de overstap naar het OV kan maken. Efficiency-winsten oplopend tot 20-30% van het budget zouden haalbaar kunnen zijn door het bevorderen van de integratie.

Mentale belemmeringen vormen de belangrijkste barrières voor het gebruik van het OV door reizigers die nu nog gebruik maken van het doelgroepenvervoer. Voorbeelden van mentale belemmeringen zijn onbekendheid of negatieve ervaringen met het OV. Fysieke belemmeringen spelen eveneens een rol. Het stads- en streekvervoer zijn grotendeels toegankelijk, maar verdere verbeteringen van het materieel en de halte- en stationsomgeving zijn noodzakelijk.

Voor het bevorderen van de overstap van het doelgroepenvervoer moet rekening gehouden worden met de specifieke omstandigheden van de reizigers. Zo zijn er velen die in sommige omstandigheden wel en andere keren geen gebruik kunnen maken van het reguliere OV, bijvoorbeeld vanwege een wisselende mate waarin de beperking zich voordoet. Dit vraagt om een verdere differentiatie van het indicatiebeleid, die afwijkt van het huidige beleid, aldus MuConsult.

Om de overstap te bevorderen zijn ook andere stimuleringsmaatregelen noodzakelijk. Het gaat dan bijvoorbeeld om reisbegeleiding en het serviceniveau van ov-medewerkers. Onbekendheid, behoefte aan begeleiding of negatieve ervaringen met het OV blijken inmiddels de belangrijkste barrières te vormen voor het gebruik ervan. Uit talloze initiatieven blijkt dat meereismaatjes en ondersteunende (interactieve) apps met toegesneden reisinformatie (zoals looproutes) mensen over de ‘OV-drempel’ kunnen helpen.

Hoewel er mogelijkheden zijn om integratie te realiseren en zo synergievoordelen te behalen binnen de huidige wet- en regelgeving, kost dat veel inspanning van betrokkenen. Overwogen kan worden om een beperkte bonus aan overheden te geven bij een succesvolle regionale aanpak en samenwerkende gemeenten en provincies zo te belonen voor de investeringen die zij in de integratie doen. Bestaande regelingen hoeven niet te worden aangepast door met Mobility as a Service te experimenteren.

Onderwerpen:

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.